(KIS)
Na zonsopgang van de 2e april begon voor moslims wereldwijd de eerste vastendag. Gelukkig konden ze voor het eerst sinds twee jaar de iftar weer gezamenlijk met familie en vrienden vieren. De schaarste aan zonnebloemolie en meel vergt wel creativiteit in de keuken. Moslims ervaren de ramadan als een fijne tijd. Daarom is ‘sterkte’ een ongepaste wens aan de mensen die vasten.
Twee jaar kon de moslimgemeenschap tijdens de iftar, de avondmaaltijd na zonsondergang, niet bij elkaar komen vanwege de coronamaatregelen. Ook moskeebezoek was niet mogelijk. Dat het nu wel kan, betekent voor de meesten veel. ‘Heel fijn dat we weer met elkaar de iftar kunnen vieren’, zegt FNV-consulent Naima Afkir uit Rotterdam. ‘Die gezamenlijkheid is vooral in het weekend, want door de week zijn mijn broer en zussen druk met de eigen kinderen. In 2020 was mijn moeder tijdens de ramadan in Marokko. Het land was toen net op slot gegaan vanwege corona. Ik heb de ramadan en de iftar toen in m’n eentje gedaan. Dat vond ik niet erg, want zo kon ik veel meer doen met mijn geloof. Vorig jaar was ik alleen met mijn moeder. Maar gezamenlijk eten met de grote familie is natuurlijk wel gezelliger.’
Tijdens de ramadan wordt er meer gebeden. Er zijn speciale gebeden die na het laatste avondgebed kunnen worden gedaan. Ze bestaan uit vier gebedseenheden van twee buigingen, legt Afkir uit. ‘Als je dat elke dag doet, heb je na de ramadan de hele koran gedaan. Ik doe deze gebeden thuis, maar er zijn veel mensen die ze in de moskee doen. Dat kan nu weer!’
Ook Mariam Badou uit Tiel, onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut, is blij dat ze weer met het hele gezin inclusief grootmoeders de iftar kunnen vieren. ‘Samen eten is een manier om verbinding te zoeken. Voor de pandemie was dat heel belangrijk. Nu mag het weer, na twee jaar. Ook het samenkomen in de moskee mag weer, ’s avonds gezamenlijk bidden. Het was wel pijnlijk dat we dit niet konden doen tijdens corona. Afgelopen weekend hebben we met ons gezin – ik woon nog bij mijn ouders – en onze oma’s de iftar gevierd. Ik heb zelf niet de behoefte aan grote groepen, maar ik was wel heel blij om mijn grootmoeders te zien.’
Emel Abotay, eigenaar van een kebabzaak in Rotterdam, heeft veel familie in Nederland, maar viert de iftar nu liever alleen met man en kind. ‘Ik heb vorig maand voor de derde keer corona gehad, het speelt nog steeds. Dus ik wil liever niet met veel mensen aan tafel.’ Naar de moskee gaat ze niet. ‘Ik sta al de hele dag en ’s avonds moet ik voor mijn kind zorgen.’ Ze draagt bewust geen hoofddoek, zegt ze, want ‘mijn geloof zit in m’n hart.’
Mentale kwestie
Het gaat goed met het vasten, zeggen de moslima’s. Afkir is hier aan gewend: elke maandag en donderdag eet ze alleen als de zon is verdwenen. ‘De ramadan is een hele mooie maand’, zegt ze. ‘De koran is in die maand geopenbaard. Tijdens de ramadan krijg je een grotere beloning bij het lezen van de koran en extra gebeden. Je leeft om en werkt aan een plekje in het hiernamaals. Het vasten, extra aanbidding en het goed doen (beter mens worden)zijn de belangrijkste pijlers. Je probeert ook een beter mens te worden door aan je slechte eigenschappen te werken zoals geduldig(er) te zijn.’ Op het werk weten ze dat ze nu vast. ‘Maar dat maakt niet zoveel uit. Vlak voor de dageraad eet ik een dadel en drink ik een glas water. Dat klinkt misschien raar, maar je moet niet veel eten bij dageraad, anders krijg je honger.’
Ook Badou voelt zich goed. ‘Ik heb fysiek niet zo een last van het vasten. Wel werk ik nu even vanuit huis, dat geeft net wat meer ruimte. Ik werk in Utrecht en die dagelijkse treinreis vreet energie, dus dat wil ik afwisselen. De eerste dagen zijn altijd het moeilijkst, want het lichaam moet wennen aan het vasten. Maar ik heb geen honger of dorst. Het is toch een mentale kwestie.’ Voor haar betekent de ramadan een maand van rust, bezinning en spiritualiteit, en aandacht besteden aan de mentale gezondheid. ‘Het niet eten en drinken staat altijd op de voorgrond, maar die bezinning vind ik belangrijker. Rust creëren. Ik verheug me altijd op de ramadan, ik heb het echt nodig. Als je kijkt naar de inrichting van ons leven: altijd haast, veel consumeren en een druk leven. Ik heb daarom vaak de behoefte om gas terug te nemen. En die kans krijgen we met ramadan ieder jaar.’
Abotay’s man is ziek, dus ze staat er nu even alleen voor. ‘De ramadan is een fijne tijd’, zegt ze. ‘Ik heb geen dorst, wel honger.’ Wat niet zo verwonderlijk is bij al die heerlijke geuren van döner kebab en Turkse pizza. ‘De ramadan is een belangrijke maand voor moslims. Je denkt tijdens het vasten sneller aan arme mensen, omdat eten niet meer vanzelfsprekend is. In deze maand geven we veel aan de armeren. Liefdadigheid, sadaka in het Turks, speelt een belangrijke rol. Meestal stuur ik geld naar mijn familie in Turkije.’
Goedbedoelde, maar verkeerde opmerkingen
In aanloop naar de ramadan verschijnen op social media tips en adviezen aan niet-moslims over hoe om te gaan met vastende moslims. Vaak ook hele verhelderende, zoals deze over inclusief taalgebruik. Probeer eens in plaats van ‘Och arme, het moet zo moeilijk voor je zijn’, te zeggen: ‘Ik heb zoveel bewondering voor je toewijding aan je geloof’.
De moslima’s herkennen de opmerkingen. Afkir: ‘Dan zegt er iemand over het vasten: ‘Wat knap dat je dat kan!’ Maar je weet gewoon niet beter, de ramadan hoort bij ons geloof. Of ze vragen: ‘Mag je nu geen water? Ook geen banaantje? Dat kan je toch niet volhouden?’ Ja hoor, doe maar eens mee, zeg ik dan. Ik krijg niet echt negatieve reacties, maar er heerst veel onwetendheid. Ook bij degenen aan wie ik het al eens heb uitgelegd, misschien uit desinteresse. Maar ik heb ook een collega die me elk jaar per mail een fijne ramadan toewenst. Dat is heel leuk.’
Badou ontmoet op haar werkplek geen onbegrip. Het is een plek waar ze ruimte durft te nemen. Ze vieren jaarlijks met elkaar het einde van de ramadan. Maar uit haar omgeving krijgt ze wel opmerkingen van niet-moslims. ‘Dan zeggen ze als de ramadan begint bijvoorbeeld: ‘Sterkte!’ Mensen bedoelen het goed, maar deze maand is juist heel prettig. Dus het is beter om ons een fijne tijd te wensen.’
Voor Abotay spelen deze opmerkingen geen rol. Ze is zelfstandig ondernemer in haar eigen ‘koninkrijk’. Het is erg rustig in de zaak, vooral juist vanwege de ramadan, zegt ze. ‘Ik krijg geen negatieve reacties, maar ik houd dan ook het heft in eigen handen. Ben jij aardig tegen mij, dan ben ik aardig tegen jou. Ben jij onbeleefd, dan ben ik dat ook. En verder doe ik gewoon mijn eigen ding.’
Iftar-maaltijden met hobbels
Dat tijdens zoiets fijns als de ramadan de oorlog in Oekraïne binnensluipt, is eigenlijk een totale verrassing. De toevoer van zonnebloemolie ligt plat, omdat Oekraïne de grootste producent van deze olie is. En laat dat nu een van de belangrijkste ingrediënten tijdens het bereiden van de iftar zijn. Het gebrek hieraan leidde zelfs tot paniek in de Turkse gemeenschap, schreef columniste Süeda Işık in NRC. Abotay heeft daar geen last van, bekent ze lachend. ‘Wij kopen bij de groothandel, dus ik heb nog veel zonnebloemolie in huis. Welke gerechten ik bereid met deze olie? Eigenlijk alles! Alleen eieren bak ik in boter, maar voor de rest gebruik ik zonnebloemolie. Wel merk ik dat meel veel duurder is geworden. Daar betalen we inmiddels het dubbele voor. Maar ik kan de iftar-maaltijden nog prima maken.’
Ook in huize Afkir en Badou geen paniek, hoewel de tekorten zeker een gespreksonderwerp zijn. ‘Veel mensen waren zonnebloemolie aan het hamsteren’, vertelt Afkir. ‘Wij hebben nog wel voldoende in huis. We eten zo gezond mogelijk. Bij ons staat altijd de soep harira op het menu. Veel deegwaren horen bij de Marokkaanse keuken, wat een probleem is vanwege het tekort aan meel, maar bij ons is dat geen issue. Je mag nu in veel supermarkten nog maar één pak meel en één fles zonnebloemolie per persoon kopen. De prijzen zijn ook flink omhoog gegaan. Het enige wat wij bakken in zonnebloemolie, zijn loempia’s. Alternatief is het aanschaffen van een airfryer, wat veel mensen doen. Maar ik hoor ook dat het dan anders smaakt.’
Het gezin van Badou heeft inmiddels een grotere airfryer aangeschaft. ‘Maar wij proberen niet te veel te frituren’, zegt ook zij. ‘Over de tekorten hebben we thuis zeker gesproken, want ook honing is beperkt beschikbaar. We hebben de afgelopen jaren koekjes gebakken en verkocht voor de bouw van onze nieuwe moskee in Tiel. Dat slaan we dit jaar over, want alle ingrediënten zijn nu zo duur. Maar onze iftar-tafel ziet er nu niet anders uit. Ik denk dat we dit gaan merken in de aanloop naar het Suikerfeest. Dan zal het moeilijker worden.’ Lees ook>>