Vrouwen aan de top

(Uit: FNV Magazine)

Voor het eerst bestaat de top van het Nederlandse bedrijfsleven voor 26,7 procent uit vrouwen, zo blijkt uit onderzoek van de Commissie Monitoring Talent naar de Top. Hoe zit dat eigenlijk in de rest van de wereld? Vakbondsvrouwen van verschillende continenten geven hun mening.

‘JE WILT GEWOON DE HELFT VAN DE TOPPOSITIES’

FNV’s vicevoorzitter Kitty Jong viel niet van haar stoel toen ze las over een kwart vrouwen aan de bedrijfstop. ‘Het gaat allemaal veel te langzaam. We vormen de helft van de bevolking, dus je zou dat allang bereikt willen hebben. We nemen al genoegen met 30 procent, maar dat is eigenlijk raar. Je wilt gewoon de helft.’

De FNV heeft vorig jaar hard meegeschreven aan het SER-advies ‘Diversiteit aan de top’. ‘Daarin zijn voorzichtige stappen gezet richting een quotum voor slechts 93 beursgenoteerde bedrijven’, legt Jong uit. ‘Dat vind ik tegenvallen. En als je dan ziet hoeveel commotie dit veroorzaakt… De enorme weerstand hiertegen en die eeuwige drogreden dat het toch vooral om kwaliteit moet gaan. Alsof dat niet samen opgaat!’

Vrouwen moeten aan de top, is Jong’s heilige overtuiging. ‘Dat geldt ook voor mensen met een exotische achternaam en voor degenen met een arbeidsbeperking. Zij zijn nu oververtegenwoordigd in flexwerk, in banen waar het minimumloon wordt verdiend en in de bijstand. Daarom moeten wij als vakbond vechten voor meer diversiteit en inclusiviteit, want alleen zo kunnen we de kloof dichten. De top moet diverser en vooral inclusief.’ Lees meer>>