(Uit: P+)
Voegen, metselen, schilderen, betegelen. Is dat altijd mannenwerk? Niet in Rwanda. Hier is zo’n 10 procent van de bouwvakkers vrouw. De sector is booming, maar het wemelt er van de werknemers zonder diploma. De Rwandese bouwbond Stecoma voert met hulp van onder meer Mondiaal FNV een certificeringsprogramma voor deze vrouwelijke bouwvakkers, ook al kunnen ook mannen aan de examens deelnemen. Met het diploma op zak staan de bouwvakkers sterker in loononderhandelingen.
Meer werk en meer inkomsten. Dat is de optelsom van certificeren voor bijvoorbeeld de 50-jarige Jeanne Nyirarwesa, een weduwe wiens echtgenoot tijdens de genocide in 1994 werd vermoord. Met vijf opgroeiende kinderen was de noodzaak om aan de slag te gaan groot. Ze haalde in de afgelopen jaren certificaten voor voegen, metselen, cement mixen en fundering aanleggen. Nyirarwes, in een eerder interview: “Hierdoor heb ik niet langer moeite om de huur te betalen. Ik heb nu voor het hele gezin een zorgverzekering. En ik heb ik al mijn vijf kinderen naar de middelbare school kunnen sturen. Ook voel ik me zelfverzekerder in mijn werk.”
De bouwsector in Rwanda is al enige tijd fors aan het groeien. Het leger aan informeel werkenden profiteerde hier onvoldoende van. Ook de bouwbond Stecoma had moeite om voor zijn leden op te komen. “De meeste bouwvakkers zijn niet in vaste dienst”, vertelt secretaris van de bond Jaques Sezikeye. “Ze krijgen een dagloon. Werkgevers die hen inhuren vragen vaak om een diploma. Als ze die niet hebben, krijgen ze minder betaald.”
Daarom begon Stecoma in 2013 een lobby voor erkenning van wat bouwvakkers proefondervindelijk op de werkvloer hadden geleerd. De overheid had wel oren naar een certificeringsprogramma, omdat al enige tijd banen buiten de landbouw werden gepromoot. Het ontwikkelen van vaardigheden en het vergroten van menselijke kapitaal was een van de prioriteiten in het overheidsbeleid, evenals het formaliseren van de informele sector. “Onze ambities kwamen dus samen”, zegt Sezikeye. Lees meer>>