(Uit: P+)
De zorgsector een zorgenkindje? Als het om duurzaamheid gaat wel. Waar het bedrijfsleven al reuzensprongen heeft gemaakt, worstelt de zorg nog steeds met de definitie. Diana Monissen, voorzitter van de Raad van Bestuur van De Friesland Zorgverzekeraar, wordt daar welhaast een beetje ongeduldig van. Haar bedrijf is een van de koplopers die duurzaamheid in de zorg wil stimuleren. "Ik wil samenhang zien."
+Tekst Astrid van Unen
+Fotografie Anne Hamers
Dilemma: Hoe maak je de zorg duidelijk dat het beter maken van zieke mensen niet het enige maatschappelijke doel is, maar dat de zorg voor patiënten er juist bij gebaat is om MVO in de volle breedte toe te passen?
Duurzaamheid in de zorg omvat eigenlijk twee begrippen. De eerste luidt: nu en in de toekomst kwalitatief goede zorg aanbieden. Maar dan is er ook nog het MVO-gehalte van de ziekenhuizen en zorginstellingen zelf. Voor Diana Monissen, voorzitter van de Raad van Bestuur van De Friesland Zorgverzekeraar, zijn die begrippen leidend. Ze horen bij het ondernemerschap in de zorg. "Waarom? Omdat we een wereld willen houden die straks ook voor onze kinderen en kleinkinderen leefbaar blijft. En als ik kijk naar de kosten in de gezondheidszorg, dan heb ik een diep besef dat we de zaken anders moeten aanpakken. In het kader van goed rentmeesterschap: wij zijn hier tijdelijk, dus we hebben iets te doen. Ik heb ook verantwoordelijk voor de toekomst en continuïteit van dit bedrijf en daarin speelt duurzaamheid een belangrijke rol."
Een aantal zorginstellingen beraadde zich eind vorig jaar met verschillende kennis- en ketenpartners op de toekomst van de zorg. Dit leidde tot het 'Manifest MVO in de zorg', dat in januari werd gepubliceerd. De initiatiefnemers zien MVO en duurzaamheid als thema's die de zorgsector van nieuw elan kunnen voorzien. In het manifest zijn zeven elementen centraal gesteld, die met elkaar een samenhangend beleid vormen en gebaseerd zijn op de people, planet en profit.
De Friesland Zorgverzekeraar behoort tot de initiatiefnemers. Wie naar Monissen luistert, weet dat die stap vanzelfsprekend is. "Wij hebben nu besloten MVO op te nemen in onze contractering", licht ze in haar lichte kamer toe. "We stellen als eerste zorginkoper MVO-beleid als voorwaarde voor partijen die in aanmerking willen komen voor hogere typen van contractering. We hanteren verschillende niveaus: je kunt bij ons geen contract meer krijgen, als je niet aan een aantal kwaliteitscriteria voldoet. Maar je kunt ook een basiscontract, een faciliterend contract of een strategisch contract krijgen. Zelfs als je een faciliterend contract wilt hebben, dan moet je iets presteren op het gebied van MVO. We doen dit om ziekenhuizen en andere zorginstellingen te stimuleren hier mee aan de gang te gaan."
Monissen is kritisch op het huidige zorglandschap. "Er is nog heel veel denken in kolommen, binnen de eigen kring, niet vanuit de verantwoordelijkheid die iemand of een instelling heeft voor de wereld. Sociale innovatie is wel een begrip in de zorgsector, maar er wordt nog te weinig over de muren van de eigen organisatie gekeken om gezamenlijk tot nieuwe initiatieven te komen. In de zorg is men nog zoveel bezig met de waan van de dag. Daar waar MVO-beleid gemaakt wordt, ontbreekt de samenhang. Er zijn absoluut mooie voorbeelden te vinden van duurzaamheid in de zorg, maar ze bestaan uit losse elementen. Ik wil de samenhang zien."
Als voorzitter van de Raad van Bestuur heeft Monissen duurzaamheid in haar pakket. Twee jaar geleden presenteerde ze een strategisch plan met een paragraaf over duurzaamheid. Wie eisen aan anderen stelt, moet eerst in eigen huis orde op zaken stellen. Sindsdien is er al veel veranderd. Bijvoorbeeld de verbouwing van het restaurant met duurzame materialen en verlichting. "We hebben ook ons gebouw laten scannen en geconstateerd dat we te veel energie verliezen. We moeten dus toe naar een andere energievoorziening en daar moet nog veel op gebeuren."
Een fietsenplan en een aangepast autoleasebeleid zijn nog een paar milieumaatregelen, maar het personeel gaat inmiddels ook zoveel mogelijk papierloos werken. "Dat levert niet alleen in geld veel op, maar ook in aantallen bespaarde bomen, zo'n 2500 per jaar. We willen tot 50 procent reductie komen. Dat betekent heel veel. Bijvoorbeeld de registratie van klanten, de declaraties, alles gaat dan niet meer met papier, maar geautomatiseerd. Het hele managementteam heeft een iPad en werkt dus nauwelijks nog met papier. Die planet hangt ook weer samen met profit, want als wij straks 50 procent minder papier gebruiken, dan scheelt dat twee miljoen euro op jaarbasis. Een deel moeten we investeren in het online maken van programma's, maar we houden echt veel over. Dat geld kan dan weer in de zorg worden gestoken."
Ook het personeelsbeleid ging op de schop. Monissen: "We willen een werkgever zijn die een langdurige relatie aangaat met de partners in het zorgveld, maar ook met het eigen personeel. Daarom hebben we onze flexibele schil, die vrij groot was, namelijk zo'n 20 procent, teruggebracht naar 7 procent. Uitgangspunt hierbij is kennis behouden en een goede werkgever zijn. Dat gaat tegen de trend in van deze tijd, waar de flexibele schil een overlevingsstrategie zou zijn. We denken dat we een aantrekkelijker werkgever zijn als mensen een dienstverband krijgen voor meerdere jaren. Mensen hebben zoveel kennis en die kan zomaar weglekken. Dat willen we niet."
De zorgverzekeraar telt ruim zeshonderd medewerkers. Voor het zogenoemde onderhoud van het personeel heeft de organisatie samen met het hbo en mbo in de provincie de Friesland Academie opgericht. "Hier kunnen onze medewerkers die niet van origine een mbo- of hbo-opleiding hebben alsnog een diploma halen. Dat is heel succesvol. Het voorziet heel duidelijk in een behoefte, in 2011 hebben zo'n twintig medewerkers op deze wijze hun mbo- of hbo-opleiding afgerond. Verder zijn door de medewerkers zelf loop- en sportgroepen samengesteld en hebben we een sportschool in huis. En als je last van je nek hebt, komt de fysiotherapeut langs."
Wat betreft de profit wordt er steeds kritischer gekeken naar het zuinig omgaan met de euro's. "Dat doen we op de eerste plaats voor onze klanten, om zoveel mogelijk aan de zorg te besteden. We hebben relatief gezien weinig geld nodig voor de beheerskosten. Elke cent wordt bij wijze van spreken omgekeerd."
Het initiatief tot verduurzaming werd door Monissen genomen, maar krijgt een steeds breder draagvlak. "Het is ook geen top-down proces meer, maar veel meer bottom-up. Duurzaamheid staat inmiddels op de agenda van de OR. Vier keer per jaar komen managers bij elkaar om ideeën uit te wisselen, in april gaat de bijeenkomst over ideeën die kunnen leiden tot meer duurzaamheid." Langzamerhand worden werknemers steeds meer mede-eigenaar van de vernieuwingen. En dat heeft uitstraling naar de regio.
"We hebben in onze sector 63 procent marktaandeel in de provincie Friesland", zegt Monissen. "Daarom willen we onze maatschappelijke rol zo goed mogelijk oppakken. We hebben met alle stakeholders in de regio gesprekken gevoerd en daarop besluiten genomen. Op het terrein van preventie hebben we besloten geen sportclubs meer te sponsoren, maar wel sportvakleerkrachten te financieren, zodat alle basisscholen in Friesland weer bewegingsonderwijs krijgen. Dat project loopt nu en over twee jaar zijn alle basisscholen voorzien. Het tweede is dat we willen investeren in kwaliteit van leven. Mensen zolang mogelijk in hun eigen omgeving houden en dit vanuit duurzaamheid inrichten. We participeren dan ook in het Netwerk Duurzaamheid in deze regio."
Met het eigen participatiefonds voert De Friesland Zorgverzekeraar allerlei pilots uit die verband houden met duurzaamheid. Zoals in samenwerking met het watertechnologiebedrijf Wetsus rondom het afvalwater in ziekenhuizen. Voor de lange termijn zoekt de zorgverzekeraar naar een antwoord op de toenemende vergrijzing, meer ziektes tegelijk (multimobiliteit, COPD, diabetes, et cetera), het personeelstekort en de hoogoplopende kosten in de zorg. "De technologische ontwikkelingen op het gebied van e-health gaan nog niet snel genoeg", stelt Monissen. "Daarom hebben we hier in Friesland gezegd: we gaan proberen met alle ziekenhuizen en huisartsen de contouren te schetsen van een toekomstbestendig zorglandschap. Dat heeft alles te maken met duurzaamheid van de zorg zelf, maar ook van de zorginstellingen; we willen de komende vijftien jaar hiermee vooruit kunnen."
Ze heeft geen hoge verwachtingen ten aanzien van het onlangs gepubliceerde manifest, maar wel hoop. Ook het MVO-netwerk Zorg dat hieruit voortkomt stemt haar hoopvol. "Het manifest ligt er nu, daar ben ik heel blij mee. Het maakt mensen bewust en ik hoop dat het een platform gaat worden, waar mensen van zeggen: ik wil daar lid van zijn en ik wil daar goed in worden. En ik hoop dat het netwerk een kennisplatform wordt waar mensen inspiratie krijgen, waar best practices met elkaar gedeeld worden en waar de versnelling gaat plaatsvinden."
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
+ Stakeholders
De huisartsenvereniging
"In huisartsenpraktijk is MVO er al impliciet"
De discussie over maatschappelijk verantwoord ondernemen is in de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) nog niet voorbij gekomen, zegt directeur Lodi Hennink. "Maar in huisartsenpraktijken is duurzaamheid al impliciet aanwezig. Een huisarts krijgt het begrip doelmatigheid al mee in de opleiding. Dit betekent met zo min mogelijk middelen en interventie een zo hoog mogelijk resultaat behalen. In een huisartsenpraktijk zit heel weinig verspilling. De overheadkosten zijn bijvoorbeeld maar 6 procent van het totale budget, de rest gaat allemaal naar de patiënten."
Hennink noemt nog meer 'natuurlijke' duurzaamheidselementen: "De gebouwen en spullen gaan in een praktijk heel lang mee. De huisarts zit er al heel lang en maakt niet veel kilometers, want hij woont vlakbij. Alleen de waarnemers moeten noodgedwongen wel reizen. Wat betreft de people-kant van MVO: als er nu één professie is die 100 procent gericht is op mensen, dan is het de huisarts. Het welzijn van de mens staat centraal. Ook de relatie met de assistente is duurzaam: het ziekteverzuim onder deze groep is heel laag, lager dan het landelijk gemiddelde. Ze blijven ook vaak heel lang in de praktijk; er is weinig verloop. De gemiddelde huisarts gaat heel goed en collegiaal met zijn personeel om."
In de planet-sfeer valt eveneens weinig te halen, stelt Hennink. "De praktijk bestaat voor het merendeel uit het behandelen van mensen. Er zijn geen laboratoria in een huisartsenpraktijk, een röntgenafdeling evenmin. De materialen waarmee een huisarts werkt zijn heel beperkt, die bestaan voornamelijk uit injecties en pleisters. En daar wordt niet verspillend mee omgegaan, evenmin met medicijnen. Een Nederlandse huisarts schrijft heel zuinig voor in vergelijking met collega's in Europa. Alleen bij echte noodzaak wordt er een recept uitgeschreven, dus het verbruik is heel beperkt."
De LHV heeft zelf geen specifiek MVO-beleid, maar is wel gehuisvest in "een zeer duurzaam gebouw, vijf jaar oud, alles volgens de regels gebouwd". De organisatie werkt met minder papier en doet zoveel mogelijk digitaal. Van het 'Manifest MVO in de zorg' heeft Hennink nog niet gehoord. "Wat ik daarvan vind? Een aanmoediging is heel goed. Ik zou zeggen: vooral doen. Naarmate de organisatie groter wordt, wordt de duurzaamheidsvraag manifester."
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
+ Stakeholders
De patiëntenvereniging
"Met elkaar laten zien dat we dit belangrijk vinden"
De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie NPCF behoorde tot de eerste groep ondertekenaars van het 'Manifest MVO in de zorg'. "Ik kende MVO al uit mijn vorige baan bij de FNV en ik weet dat het superbelangrijk is", zegt directeur Wilna Wind. "Het manifest sprak mij meteen aan, omdat verschillende andere partijen er ook voor gaan. We kunnen met elkaar laten zien dat we dit belangrijk vinden. De meerwaarde voor patiënten is dat MVO breed is, ook voor hen is het belangrijk om over duurzaamheid na te denken. Het is gericht op het gewone leven en het houdt niet op bij je huis."
Ze looft het initiatief van De Friesland Zorgverzekeraar om te investeren in vakleerkrachten die bewegingsonderwijs op de basisscholen geven. "Ervoor zorgen dat kinderen kunnen bewegen is heel belangrijk. Zij zijn meestal nog geen patiënten, maar ziektes als obesitas en astma kunnen heel goed voorkomen worden door veel bewegen. Sporten helpt enorm en is voor de preventie heel belangrijk."
De NPCF is een federatie van patiënten- en consumentenorganisaties die zich sterk maken voor alle mensen die zorgpremie betalen. Wind hoopt dat de partijen die zich committeren aan het manifest ook echt naar het eigen gebouw kijken. In eigen huis probeert de NPCF zoveel mogelijk aan duurzaamheid te doen. "We hebben 35 medewerkers en hebben net een regeling voor thuiswerken ingevoerd. Mensen moeten niet onnodig reizen. Als het werk thuis gedaan kan worden, is dat goed. Dit is ook fijn voor de werk/privé-verhouding. We hebben heel veel vrouwen in het gebouw met kinderen. Die kunnen zo hun werktijden beter aanpassen."
Het gebouw waarin de NPCF werkt, is gehuurd. Wind kwam erachter dat het energielabel F was, "veel te laag. We zitten nu tegen het moment dat we het huurcontract moeten verlengen, dus daar hebben we wel aandacht aan besteed. Nu gaat het energielabel naar B en dat vind ik acceptabel. Dat wist de verhuurder natuurlijk ook wel, anders was het reden om er niet te blijven."
Wind hoopt dat het MVO-netwerk Zorg anderen zal inspireren. "Er gaat heel veel goed in de zorg, maar het gaat te ver om te zeggen dat de zorg altijd duurzaam is. MVO moet je niet met een schaartje willen knippen. Het moet in het doen en het denken gaan zitten. Je bewust zijn van duurzaamheid en je ernaar gedragen vind ik belangrijker dan beleid."
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.