Meer kinderen van wastepickers naar school in Bangladesh

(Uit: Mondiaal Magazine)

Op de grootste vuilnisbelt van de Bengaalse hoofdstad Dhaka werken honderden wastepickers die bruikbare materialen verzamelen. De vakbondsgerelateerde ngo OSHE probeert deze werknemers te organiseren en hun werkomstandigheden te verbeteren. FNV Bondgenoten steunt dit project via haar cao-fondsen. Wilma Roos, beleidsmedewerker van FNV Mondiaal, was er in februari op bezoek. 

 

"Het project is nog maar net begonnen", vertelt Roos. "De vuilnisbelt heet Mutuail en de wastepickers spelen er een belangrijke rol in de recycling. Op die belt komen dagelijks tonnen met vuilnis binnen. De wastepickers zijn veelal migranten die het bruikbare materiaal eruit halen en aan tussenhandelaren verkopen aan de rand van de belt. Ze verdienen er 100 à 200 Bengaalse taka mee, dit is bijna 1 à 2 euro. Plastic flessen leveren het meeste op; per kilo krijgen ze er 30 taka voor. Maar ze verzamelen ook slippers, koeienbotten en papier." 

De meeste migranten komen uit Bahla, een van de mooiste regio's van Bangladesh. Waarom verkiezen ze dan een stinkende vuilnisbelt boven hun prachtige herkomstprovincie? Roos: "Velen hebben schulden gemaakt, die ze met rente moeten terugbetalen. Dat lukt hen niet met het werk als landarbeider. Die schulden ontstonden door ziektekosten, een huwelijk of een begrafenis. Sommigen hebben schulden van 8000 taka, anderen maar liefst 21.000 taka. De geldschieters vragen woekerrentes. En ze eisen 20 taka boete per week als er niet wordt terugbetaald."

Blote handen

Kinderen vanaf 5 jaar werken al mee met hun ouders. "De werkomstandigheden zijn vreselijk", zegt Roos. "Er hangt een enorme stank die zelfs met een monddoekje niet te verdrijven is. De wastepickers lopen op slippers tussen het vuil en selecteren met hun blote handen. De vrachtwagens die vuilnis komen storten, rijden soms mensen dood, omdat er geen veiligheidsregels zijn."

OSHE, een ngo die door de vakbonden in Bangladesh is opgericht om veiligheid en gezondheid op de werkplek te stimuleren, probeert de wastepickers te organiseren door middel van een schooltje dat aan de rand van de belt is opgericht door een andere ngo die haar ondersteuning nu gestopt is . "Dit schooltje wil OSHE opknappen en niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de ouders gebruiken. Ze willen de wastepickers organiseren zodat ze samen kunnen opkomen voor hun rechten." 

Zich verenigen

De vuilnisbelt behoort de gemeente Dhaka toe. Een Japanse ontwikkelingsorganisatie heeft de belt 2 jaar geleden helemaal opgeknapt. "Voor die tijd scheen het nog erger te stinken. Dat is haast niet voorstelbaar." Nu zijn er kantoren rond de vuilnisbelt geplaatst voor de ambtenaren die de vuilnisverwerking coördineren. Maar de wastepickers moeten soms geld aan hen betalen om toegang te krijgen tot de vuilnisbelt. Als de wastepickers zich organiseren kunnen ze samen hiertegen optreden."

Daarnaast bestaat er een internationaal netwerk van wastepickers, waar de Bengaalse wastepickers zich kunnen aansluiten. "In India zijn vakbonden al 10 jaar actief in het organiseren van deze groep", licht Roos toe. "Daar wordt bijvoorbeeld onderhandeld over de prijs per kilo afval. Wastepickers lopen door wijken met een eigen karretje, waar ze al recyclen in de vakken van de kar. Dan hoeft dat niet meer op de vuilnisbelt te gebeuren. Wij willen stimuleren dat de Aziatische wastepickers zich verenigen zodat ze van elkaars ervaringen kunnen leren."

Het schooltje dat OSHE wil ondersteunen bij de vuilnisbelt telt 100 kinderen, 3 klassen en 2 onderwijzers. In principe gaan de kinderen de hele dag naar school, van 8 tot 5. 's Morgens krijgen ze les, 's middags is er naschoolse opvang. "OSHE lobbyt bij de overheid voor een dagelijkse  middagmaaltijd, waardoor ouders eerder geneigd zijn hun kind naar school te sturen. Doel is om kinderarbeid uit te bannen, alle kinderen naar school te laten gaan, en de arbeidsomstandigheden van de ouders te verbeteren." Lees ook>>