"Hersenen groeien onder invloed van goede dingen"

(Uit: Illuster)
De tien geboden voor het brein. Hij heeft ze nog niet allemaal uitgeschreven, maar voor René Kahn, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit Utrecht, staan ze wel vast. Twee licht hij uit tijdens de Alnumnilezing op 21 november in Amsterdam. "Muziek maken en videospelletjes spelen blijken heel goed voor het brein."

 

Tekst Astrid van Unen

 

René Kahn (1954) is naast hoogleraar ook afdelingshoofd psychiatrie aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht en lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Hij specialiseerde zich in de Verenigde Staten, en onderzocht de biologische aspecten van angststoornissen en schizofrenie. Hij publiceerde onder meer de bestsellers 'Onze hersenen' en 'In de spreekkamer van de psychiater'.

Nu schrijft hij aan het boek 'De tien geboden voor het brein' dat in oktober bij uitgeverij Balans uitkomt. "Ja, een spannende titel", bevestigt Kahn. "Het wordt in een reeks van 25 boekjes uitgegeven door uitgeverij Balans die 25 jaar bestaat. Ik zeg bewust 'boekjes', want ze tellen zo'n 120 tot 150 pagina's. Ik was gevraagd om iets te schrijven, maar had nog geen idee. Tot mijn oudste dochter voorstelde: 'Waarom doe je niet iets over wat goed en wat slecht is voor het brein?' Dat is het nu uiteindelijk aan het worden."

De categorie 'niet goed' is welbekend; overmatig alcoholgebruik en stress vertroebelen de geest. "Ik geef ook aan waarom dat slecht is en wat er in het brein gebeurt. Ik heb daarvoor een reeks aan onderzoeken bestudeerd. Er komen ook een aantal goede dingen aan de orde, zoals leren en studeren. Daar groeien je hersenen van in volume. Ook lichamelijke activiteiten zijn goed. Daardoor gaan niet alleen je cognitieve prestaties vooruit, maar er groeien ook bepaalde delen van de hersenen, met name in de hippocampus."

 

Hoger iq

Tijdens de lezing in november focust Kahn zich op twee goede geboden voor het brein. Muziek spelen op jonge leeftijd is er één van. "Er bestaan een opvallend aantal studies over het effect van bijvoorbeeld vioolspelen. Daarbij gebruik je de linkerpink, iets wat je in het normale leven zelden doet. Maar die linkerpink is verbonden met het rechterdeel van de hersenen. Dat is ook gemeten en het blijkt dat dat deel groeit. Dat is interessant, want het gaat om een klein gebied."

Pianospelen blijkt goed voor de coördinatie in het brein. "Dat bevordert zowel de emotionele intelligentie als ook de rauwe iq. Bij mensen die piano spelen groeit ook een deel van de linker en rechter hersenhelft, namelijk die gebieden die verbonden zijn met de coördinatie. Hoe langer en hoe meer je speelt, hoe dikker die delen worden. Bij kinderen is ontdekt dat als ze regelmatig pianospelen, hun prosodie groter is: ze halen sneller de emotionele betekenis uit een woord. Je kunt bijvoorbeeld op drie manieren 'ja' zeggen: vragend, bevestigend of geïrriteerd. Deze kinderen halen die betekenis er feilloos uit."

Dat muziek spelen goed is voor de hersenen was Kahn wel bekend, maar tijdens het bestuderen van bestaande onderzoeken ontdekte hij dat de effecten groter zijn dan hij dacht. "In een onderzoek naar algemene intelligentie zijn kinderen in twee groepen verdeeld. De ene groep kreeg een jaar lang muziekles, de andere toneelles. Daaruit bleek dat de groep die muziekles kreeg na een jaar een hoger iq had dan de toneelgroep. Muziek is dus niet alleen goed voor het brein, maar je hebt er ook wat aan en dat is niet onbelangrijk. Als je tenminste elke dag speelt."

 

Enorme behendigheid

Een andere opvallende ontdekking is dat videospelletjes een positief effect hebben op het brein. "Bij schietspelletjes als 'Call of duty' moet je snel en alert zijn. Als je de ander niet doodschiet, ben jij aan de beurt. Als je kinderen een videospel ziet spelen, dan zie je een enorme behendigheid, zeker bij die oorlogsspelletjes." Lachend: "Dat werkt fantastisch."

Uit onderzoek bleek dat kinderen die regelmatig videospelletjes spelen beter signalen van ruis kunnen onderscheiden. "Ook hier hebben ze kinderen in twee groepen verdeeld. De ene speelde wel regelmatig, de ander helemaal niet. De videospelspelers laten zich minder afleiden, ontwikkelen een soort onverstoorbaarheid. Dat is ook logisch. Zo'n spel is geprojecteerd op een groot tv-scherm, terwijl je maar op één of twee dingen hoeft te letten. Ze leren dus hoofd- van bijzaken te scheiden. Dat is belangrijk in het leven, en bijvoorbeeld in het nemen van beslissingen."

Toch zullen veel mensen bij het horen van deze theorie aan het drama in Alphen aan den Rijn denken, waar een jonge man in april een bloedbad aanrichtte in een winkelcentrum. Hij bleek tien uur per dag oorlogsspelletjes te spelen. "Ja, dan kan het misgaan", erkent Kahn. "Elke verslaving werkt negatief. Dat geldt ook voor muziek of sport: als je hier elke dag tien uur aan besteedt, is dat ook niet goed. Maar belangrijk is te beseffen dat videospelletjes dus niet zomaar slecht zijn. Uit onderzoek is ook gebleken dat kinderen niet agressiever worden van oorlogsspelletjes, of crimineler. Als ze wel in criminaliteit belanden, dan is maar 3 procent toe te dichten aan die spelletjes. Een slecht milieu of een nare jeugd hebben een veel groter effect."

 

Meer informatie over de gepubliceerde boeken van René Kahn is te vinden op de website van Uitgeverij Balans: www.uitgeverijbalans.nl.