Hopelijk werkt kleine Zara nu voor het laatst

(Uit: Mondiaal Magazine)

Ze staat er weer. Met grote halen trekt ze de takken naar beneden en plukt ze de net rijp geworden hazelnoten. Zara Yamuktu, inmiddels bijna 11 jaar, heeft geen profijt gehad van de commotie die mijn documentaire 'Kinderen van het seizoen' in 2010 heeft losgemaakt. Ze stond in deze film symbool voor alle kinderen die in Turkije aan het werk zijn. Maar Zara werkt nog steeds. Die ontdekking doe ik een jaar later, als ik terugga naar het Zwarte Zeegebied om opnieuw plukkende kinderen te filmen.

 

Door Mehmet Ülger

De bulldozers van Ordu, een stad aan het Turkse Zwarte Zeegebied, werken met veel lawaai aan het gladstrijken van een veld om het kampeer-klaar te maken. Het is 9 augustus en de verwachting is dat binnen een week de hazelnotenoogst kan beginnen. Dit is zo'n 2 weken later dan normaal, want ook Ordu heeft last van de klimaatverandering. Door het zeer natte voorjaar zijn de hazelnoten later rijp.

Maar ook augustus is een natte maand. De gezinnen die al kamperend naast het veld verblijven, leiden een modderig bestaan. Kinderen banjeren tot hun enkels in het natte zand, de regen negerend. Gelukkig wil de lokale overheid uitgerekend nu iets goeds doen. Op het veld dat nu gladgestreken wordt, verrijzen langzaam nette douchehokken en wc's. De kranen waaruit schoon drinkwater zal stromen, zijn bijna klaar. Ook is er aan de kinderen gedacht: midden op het veld staan enkele schommels, een glijbaantje en andere speeltoestellen.

 

De ouders van Zara, Nihat en Nazlı, kijken toe hoe hun jaarlijkse (wild)kampeerterrein wordt gepimpt. "Dit is het directe gevolg van de documentaire", zegt vader Nihat blij. "We krijgen nu ten minste een veld zonder hobbels en kuilen, fris stromend water, een echte wc en douches." Het gezin staat weer in de startblokken om hazelnoten te gaan plukken. Ze zijn sinds begin april onderweg, op zoek naar werk in de landbouw. Bijna 2 maanden hebben ze aardbeien geplukt aan de zuidkust. "Dat was echt rotwerk", reageert Zara. "Heel zwaar. De hele dag op de knieën door de modder om die aardbeien te kunnen plukken." Liever had ze op school gezeten, maar haar klas heeft ze al begin april gedag moeten zeggen.

Vader Nihat heeft eind 2010, begin 2011 geprobeerd een eigen winkeltje op te bouwen in hun woonplaats Urfa, in zuidoost-Turkije. Dat leek goed te gaan, maar mislukte uiteindelijk. De oudste zoon verloofde zich en het hoort bij de cultuur dat de vader van de aanstaande bruidegom het feest en de bruidsschat betaalt. Zo ging het winkeltje weer in rook op en restte het gezin niks anders dan opnieuw als seizoensarbeiders door het land te trekken. "Ik heb er heel veel spijt van", zegt Nihat. "Het huwelijk is niet eens doorgegaan. Maar het hoort bij onze cultuur dat ik dat allemaal betaal. Ik kon er niet omheen, anders had iedereen op me neergekeken."

 

Veranderingen gaan nooit snel genoeg. De documentaire 'Kinderen van het seizoen' en alle publiciteit er omheen, heeft zaken wel in beweging gebracht. De belanghebbenden, lees: degenen die fors verdienen aan de hazelnoten, blijven hardnekkig het bestaan van kinderarbeid ontkennen. Tijdens een avondje netwerken in Ordu stelt de voorzitter van de Kamer van Koophandel: "Hazelnoten plukken is een hobby hier. We doen het allemaal, en met veel plezier." Hij geeft wel zuinigjes toe dat het te ver gaat als kinderen zoals Zara, elf uur per dag werken. "Maar dat komt nauwelijks voor, hoor."

Dit jaar volg ik niet alleen Zara, maar ook vele andere kinderen in dezelfde situatie. Het wemelt ervan. Zou dat alleen op enkele plantages plaatsvinden? Dat lijkt me sterk. Heel veel kinderen van het grote tentenkamp zijn 's ochtends vroeg al op pad met hun ouders. Maar ook kinderen van gezinnen die bij plantage-eigenaren kamperen, zijn aan het werk. Zij worden daar rechtstreeks door koppelbazen gedropt, ver van de stad, in de bergen, uit het zicht. De 13-jarige Hasan zegt in de camera: "Ik ben hier nu voor het 3e seizoen aan het werk." En hij is niet de enige. Van de 12 personen zijn er 4 kinderen onder de 14. Ze werken allemaal mee.

 

Een paar dagen eerder stuurt gouverneur Orhan Düzgün van de provincie Ordu met groot tamtam een circulaire rond met de mededeling dat dit jaar kinderen onder de 16 niet mogen werken. Ik wil hem graag spreken, ook om hem mijn beelden te laten zien. Hij laat weten geen tijd voor me te hebben. Daarentegen ben ik meer dan welkom bij burgemeester Seyit Torun van de stad Ordu. "Kinderarbeid is bij wet verboden, maar toch gebeurt het", zegt hij, "en al heel lang. Vooral de kleine plantage-eigenaren, die elders nog een baan hebben, hebben haast met de oogst. Zij laten sneller hele gezinnen met kinderen toe. Omgekeerd zijn er seizoensarbeiders die werk weigeren als hun kinderen niet mee mogen werken."

Ondanks de circulaire die gouverneur Orhan Düzgün ijverig had uitgezet, is er geen enkele controle merkbaar op kinderarbeid of veiligheid. "Ik werk hier al 8 jaar als koppelbaas", zegt Mehmet Çelik, "maar ik heb nog nooit enige controle gezien. Zo'n circulaire wordt elk jaar verzonden, maar is slechts een papiertje. Kinderen werken gewoon mee."

 

Controle is wel zichtbaar aan de ingang van het tentenkamp. Daar moet iedereen die er kampeert een kopie van zijn identiteitsbewijs inleveren bij de gendarme. Een bewaker ziet permanent toe wie in en uit gaat en ook is er cameratoezicht. Je zou toch denken dat die camera's ook registreren dat kinderen elke ochtend met hun ouders vertrekken om te werken.

Met diezelfde vraag ga ik terug naar Zara. Mag zij eigenlijk wel werken? "Er wordt gezegd dat kinderen onder de 16 niet mogen werken", formuleert ze voorzichtig. Samen met haar ga ik opnieuw naar de plantage waar zij, haar 13-jarige broer Turgut en andere kinderen zoals kleine Mehmet en Mina zonder enige belemmering aan het werk gaan. Ik film haar fronsende gezicht terwijl ze de takken met grote halen naar beneden trekt, uur na uur, dag na dag. "Hopelijk is dit de laatste keer", zegt ze. Zie ook>>