'Vrijhandelsakkoord tussen EU en Colombia kent nog vele leemtes'

(Uit: FNV Mondiaalwebsite)
“In de sectoren waarover het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Colombia gaat, bestaan bij uitstek veel problemen met vakbonds- en mensenrechten. Er is sprake van veel geweld en onderdrukking. De paragraaf die dat moet regelen en vooral verbeteren, houdt slechts beloftes in. De ILO-normen moeten worden nageleefd, maar er staan geen sancties tegenover.” 



Carlos Julio Díaz Lotero, voorzitter van de Colombiaanse vakcentrale CUT-afdeling Antioquia, verwoordt in een notendop de kritiek op het vrijhandelsakkoord dat de EU met Colombia heeft ondertekend, maar dat nog geratificeerd moet worden door het Europarlement. Hij bezoekt op dit moment samen met collega Alfredo Manchola Rojas en Luciano Sanín van de nationale vakbondsschool ENS Nederland. Doel is bij FNV-bonden, ngo’s, verantwoordelijke ambtenaren en politici de leemtes in het vrijhandelsakkoord onder de aandacht te brengen.
“De situatie van werknemers in Colombia en de mensenrechten zijn slecht”, licht Díaz toe. “Slechts 4 procent van de werknemers is aangesloten bij een bond. Slechts 1 procent valt onder een cao. 70 procent heeft geen sociale verzekering. In Colombia werken 1,6 miljoen kinderen, met name in de mijnbouw en de informele sector. Sinds 1986 hebben meer dan 11.000 geweldsincidenten tegen Colombiaanse vakbondsactivisten plaatsgevonden, waarvan bijna 3000 moorden. In Colombia wordt elke 3 dagen een vakbondsactivist vermoord.”

Koloniale trekken
Aanvankelijk zou het vrijhandelsakkoord steviger afspraken bevatten over samenwerking en politieke ondersteuning. Daarin zouden ook eisen opgenomen worden ten aanzien van vakbonds- en mensenrechten. “Inmiddels is die paragraaf gereduceerd tot een belofte. Colombia moet zich houden aan de ILO-normen. Maar als dit niet gebeurt, staat er geen sanctie tegenover. Die willen wij absoluut opgenomen zien in het akkoord.”
Volgens Díaz zitten er veel elementen in het akkoord die niet deugen. “Een belangrijke paragraaf is de bescherming van buitenlandse investeringen. Onteigeningen zijn verboden, maar het gaat zo ver dat verhoging van bijvoorbeeld het minimumloon al indirect onteigening betekent, omdat de buitenlandse bedrijven dan meer kosten krijgen. Daarmee wordt de soevereiniteit van ons land aangetast.”
Het vrijhandelsakkoord richt zich met name op olie, goud, steenkool, landbouw, biobrandstof, palmolie, rubber, bloemen en bananen. “Dat zijn bij uitstek de sectoren waar veel strijd tegen de vakbonden wordt gevoerd”, zegt Díaz. “En de arbeidsomstandigheden zijn er heel slecht, vooral in de mijnen. Mensen- en vakbondsrechten lijken alleen voor de Europeanen te gelden, niet voor de Colombianen. Het akkoord heeft koloniale trekken gekregen, waarbij de Westerse landen grondstoffen ontrekken uit derdewereldlanden.”

Aantal voorwaarden
Een andere paragraaf gaat over het beschermen van intellectuele eigendommen. Zo hebben grote farmaceuten octrooi op medicijnen. De periode dat het octrooi geldt, is via dit verdrag verlengd. “En dat is eigenlijk precies het tegenovergestelde van vrijhandel”, vat Díaz samen.
De vakcentrales in Colombia zijn dan ook tegen het vrijhandelsakkoord in deze vorm. “We hebben een aantal voorwaarden gesteld. De overheid moet de vakbondsrechten herstellen voordat het akkoord van kracht gaat. Ook moet de regering de arbeidswetgeving verbeteren conform de ILO-normen. Er liggen 42 aanbevelingen die nu eindelijk moeten worden uitgevoerd. Verder vinden we dat er een mechanisme moet komen om de buitenlandse bedrijven te monitoren. Daarin moeten de vakbonden ook een rol spelen.”
En ten slotte dient de implementatie van het akkoord gecontroleerd te worden door vakbonden en maatschappelijke organisaties. “Colombia heeft de laatste 25 jaar verschrikkelijk veel achter de rug, dankzij de paramilitairen en andere tegenkrachten. We hebben te maken met grove landonteigeningen en 4,5 miljoen ontheemden. Het is het land waar de grootste ongelijkheid in grondbezit bestaat. Voordat het akkoord wordt geratificeerd is dit het moment om al die onrechtvaardigheid aan te pakken.”
Het bezoek dat de delegatie nu aan Nederland brengt, heeft als doel ‘democratische verandering alvorens ondertekening van het vrijhandelsakkoord’. Díaz denkt dat de missie effect heeft. Ze zijn eerder al in Duitsland en Brussel geweest. “Ik heb de indruk dat er veel belangstelling is voor aanscherping van het akkoord.”
Een poging om een bezoek te brengen aan de betreffende woordvoerders van politieke partijen in de Tweede Kamer strandde op ‘te drukke agenda’s’. “Ik kan me voorstellen dat iedereen het druk heeft”, zegt Díaz grootmoedig. “De vakbondsagenda heeft wereldwijd vaak geen prioriteit, maar als er maar eentje iets onderneemt, dan vinden wij dat al heel veel.”