Buitenlandse dienstmeisjes in Koeweit zoeken dekking in hun ambassades

(Uit de website van FNV Mondiaal)
Net voor het begin van de ramadan zijn tientallen Nepalese en honderden Filippijnse en Indonesische dienstmeisjes in Koeweit op de vlucht geslagen. Ze moeten tijdens deze maand altijd zoveel overwerken, dat er per nacht maar twee uur slaap over blijft. Ze zijn en masse naar hun ambassades gevlucht. 



Tientallen Nepalese dienstmeisjes hebben hun intrek genomen in de lobby van hun ambassade, waar ze op de vloer slapen. In de Filippijnse ambassade zitten ruim tweehonderd vrouwen opeengepakt in een snikhete ruimte waar ze op hun bagage slapen. Ongeveer eenzelfde aantal meisjes zit in de Indonesische ambassade waar ze in een bidruimte verblijven.
Naar verwachting zullen deze aantallen groeien naarmate de ramadan vordert. Rosflor Armada, die in de Filippijnse ambassade verblijft, vertelt in de New York Times dat ze vorig jaar de hele dag moest koken voor het avondmaal en slechts twee uur per nacht mocht slapen. “Ze zeiden tegen me: ‘Je zult werken, je zult werken.’” Ze is bij haar werkgevers vertrokken toen ze van haar eisten dat ze om 3 uur ’s nachts de ramen ging lappen.

Rijke oliefamilies
Voor dienstmeisjes bestaat te weinig wettelijke bescherming. Werkgevers kiezen ervoor hun personeel niet uit te betalen, zetten hen onder druk of misbruiken de meisjes. Dan blijft er niets anders over dan te vluchten. De enkele wetsartikelen die bestaan, beschermen vooral de werkgevers die vaak meer dan 2000 Amerikaanse dollar betalen om een meisje naar Koeweit te halen.
Mensenrechtenorganisaties zeggen dat de situatie van misbruik zeer nijpend is in verschillende landen in het Midden-Oosten. Vooral in de landen waar veel migrantwerkers zijn die erop vertrouwen dat hun werkgever zorgt voor hun welzijn. Vooral in Koeweit waar rijke oliefamilies gewend zijn aan meerdere dienstmeisjes gaat volgens mensenrechtenadvocaten veel mis.

Speciale ILO-conventie
Het Amerikaanse Department of State heeft dit jaar een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat het systeem in 12 landen, waaronder Koeweit, ernstig faalt. Volgens dit rapport komen de migranten vrijwillig naar Koeweit, maar ‘na aankomst raken ze in een situatie van dwangarbeid. Die druk komt niet alleen van de families, maar ook van de agentschappen die de banen voor deze buitenlandse meisjes regelen. Ze krijgen te maken met niet-uitbetaling van loon, bedreigingen, seksueel of psychisch misbruik, lange werkdagen en het gedwongen afgeven van hun paspoort’, aldus het rapport.
In 2009 ontvingen de ambassades in Koeweit meer dan 10.000 klachten van dienstmeisjes over bovengenoemde misstanden. De 22-jarige Filippijnse Alida Ali smeekte haar agentschap om overplaatsing, omdat haar werkgevers haar zo misbruikten. Toen die werkgevers daar achterkwamen, gooiden ze haar vanaf de 3e verdieping het raam uit, waardoor ze haar rug brak.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie ILO wordt de nijpende situatie van deze migrantwerkers erkend. Daar wordt nu een speciale conventie voorbereid, die hopelijk in mei door alle regeringsleiders wordt aangenomen.