(Uit Mondiaal Magazine)
Een langdurige lobby is het geweest, maar hij lijkt nu vruchten af te werpen: in Genève is vorige week een speciale ILO-conventie over dienstmeisjes voorbereid. Werkgevers wilden liever een aanbeveling, maar de vakbeweging heeft samen met regeringen het pleidooi voor hardere afspraken gewonnen. Parimala van de Maleisische vakbondsfederatie MTUC speelde een belangrijke rol in deze lobby.
Ze is blij en opgelucht, Parimala, als ze na lange onderhandelingen in Genève in Amsterdam aankomt. Al jaren zet ze zich in voor de dienstmeisjes die uit buurlanden naar Maleisië komen. In totaal werken zo’n 300.000, voornamelijk Indonesische meisjes in huishoudens. Ze vallen buiten de Arbeidswet en mogen zich niet organiseren in een vakbond. Hun arbeidssituatie is vaak zwaar, niet alleen door de lange werkdagen, maar ook door het misbruik waaraan werkgevers zich schuldig maken.
Ook de Maleisische regering is inmiddels op de hoogte van het misbruik. In 2004 kwam een afschuwelijk relaas aan het licht, toen het dienstmeisje Sita Hajar met ernstige brandwonden aan het gezicht aanklopte bij de poort van de Indonesische ambassade in Kuala Lumpur. Drie jaar lang was de vrouw mishandeld door haar werkgeefster: geslagen, met een mes bewerkt, opgesloten, uitgehongerd.
Uiteindelijk gooide de werkgeefster zelfs een ketel kokend water over het dienstmeisje heen. Met hulp van een buurman wist Hajar het huis waar zij drie jaar lang had gewerkt te ontkomen. Zowel in Maleisië als in Indonesië was de zaak van Hajar groot nieuws. “Hajar heeft daarna vier jaar in een opvanghuis van de Indonesische ambassade doorgebracht”, vertelt Parimala, die haar daar regelmatig bezocht. “De werkgeefster is opgepakt en heeft dit jaar 18 jaar gevangenisstraf gekregen.”
Een vrije dag
Maar de afschuwelijke behandeling van Sita Hajar staat niet op zichzelf. Parimala toont een brochure met foto’s van meisjes die eveneens gruwelijke zijn behandeld. Vier gevallen van zware mishandeling werden in juni vorig jaar bekend. In oktober volgde er nog één. Dit meisje is aan de gevolgen van jarenlange misbruik overleden.
De MTUC zet zich al jaren in voor één vrije dag voor deze dienstmeisjes. Parimala: “Filippijnse dienstmeisjes in Maleisië hebben wel een vrije dag per week. Daar waakt ook de Filippijnse regering over. Maar voor de Indonesische meisjes is nog steeds niets geregeld. De Maleisische regering deed vorig jaar de belofte om dit in wetgeving op te nemen, maar is die tot nu toe niet nagekomen. We hopen in juli meer duidelijkheid te krijgen.”
Een vrije dag per week zou de meisjes heel veel opleveren, legt Parimala uit. “Ze zijn dan een dag uit de privésfeer van hun werkgever, waardoor misbruik niet meer vanzelfsprekend wordt. Ze kunnen elkaar ontmoeten en we willen als MTUC hen ook graag wat meer bieden. We willen een soort opleidingsscentrum beginnen, waar de meisjes trainingen en taallessen kunnen volgen. Dat is voor hen belangrijk, want vaak spreken ze onvoldoende Engels. Dat ligt ook aan de wervingsbureaus, die kijken niet kritisch naar wie geschikt is voor werk in het buitenland.”
Opnieuw stemmen
Werkgevers hebben zich tot nu toe verzet tegen deze vrije dag. Ze zijn bang dat de meisjes ‘oneerbare’ dingen gaan doen en zwanger raken of dat de winkelcentra in de steden verstopt raken, omdat ze massaal zouden gaan shoppen. Parimala stelt dat zo’n opleidingscentrum ook voor de werkgevers geruststellend zou zijn: zo weten ze tenminste waar ‘hun’ meisjes zich ophouden.
In Genève bleek de race voor een speciale ILO-conventie afgelopen juni allesbehalve gelopen. “Het was al vrij snel duidelijk dat de werkgevers geen conventie wilden. Zij achtten een aanbeveling voldoende. Gek genoeg schaarde ook de Maleisische regering zich hier achter.” Gelukkig vond het merendeel van de ILO-regeringsleden dat een conventie wel nodig is. In totaal zijn er 42 amendementen ingediend, die nu allemaal verwerkt worden. In mei 2011 wordt de eindversie opnieuw voorgelegd voor stemming. “Het is belangrijk dat we blijven lobbyen”, zegt Parimala, “zodat die conventie ook echt wordt aangenomen.” Lees ook Mondiaal Magazine>>
Amsterdam, 17 juni 2010
Een langdurige lobby is het geweest, maar hij lijkt nu vruchten af te werpen: in Genève is vorige week een speciale ILO-conventie over dienstmeisjes voorbereid. Werkgevers wilden liever een aanbeveling, maar de vakbeweging heeft samen met regeringen het pleidooi voor hardere afspraken gewonnen. Parimala van de Maleisische vakbondsfederatie MTUC speelde een belangrijke rol in deze lobby.
Ze is blij en opgelucht, Parimala, als ze na lange onderhandelingen in Genève in Amsterdam aankomt. Al jaren zet ze zich in voor de dienstmeisjes die uit buurlanden naar Maleisië komen. In totaal werken zo’n 300.000, voornamelijk Indonesische meisjes in huishoudens. Ze vallen buiten de Arbeidswet en mogen zich niet organiseren in een vakbond. Hun arbeidssituatie is vaak zwaar, niet alleen door de lange werkdagen, maar ook door het misbruik waaraan werkgevers zich schuldig maken.
Ook de Maleisische regering is inmiddels op de hoogte van het misbruik. In 2004 kwam een afschuwelijk relaas aan het licht, toen het dienstmeisje Sita Hajar met ernstige brandwonden aan het gezicht aanklopte bij de poort van de Indonesische ambassade in Kuala Lumpur. Drie jaar lang was de vrouw mishandeld door haar werkgeefster: geslagen, met een mes bewerkt, opgesloten, uitgehongerd.
Uiteindelijk gooide de werkgeefster zelfs een ketel kokend water over het dienstmeisje heen. Met hulp van een buurman wist Hajar het huis waar zij drie jaar lang had gewerkt te ontkomen. Zowel in Maleisië als in Indonesië was de zaak van Hajar groot nieuws. “Hajar heeft daarna vier jaar in een opvanghuis van de Indonesische ambassade doorgebracht”, vertelt Parimala, die haar daar regelmatig bezocht. “De werkgeefster is opgepakt en heeft dit jaar 18 jaar gevangenisstraf gekregen.”
Een vrije dag
Maar de afschuwelijke behandeling van Sita Hajar staat niet op zichzelf. Parimala toont een brochure met foto’s van meisjes die eveneens gruwelijke zijn behandeld. Vier gevallen van zware mishandeling werden in juni vorig jaar bekend. In oktober volgde er nog één. Dit meisje is aan de gevolgen van jarenlange misbruik overleden.
De MTUC zet zich al jaren in voor één vrije dag voor deze dienstmeisjes. Parimala: “Filippijnse dienstmeisjes in Maleisië hebben wel een vrije dag per week. Daar waakt ook de Filippijnse regering over. Maar voor de Indonesische meisjes is nog steeds niets geregeld. De Maleisische regering deed vorig jaar de belofte om dit in wetgeving op te nemen, maar is die tot nu toe niet nagekomen. We hopen in juli meer duidelijkheid te krijgen.”
Een vrije dag per week zou de meisjes heel veel opleveren, legt Parimala uit. “Ze zijn dan een dag uit de privésfeer van hun werkgever, waardoor misbruik niet meer vanzelfsprekend wordt. Ze kunnen elkaar ontmoeten en we willen als MTUC hen ook graag wat meer bieden. We willen een soort opleidingsscentrum beginnen, waar de meisjes trainingen en taallessen kunnen volgen. Dat is voor hen belangrijk, want vaak spreken ze onvoldoende Engels. Dat ligt ook aan de wervingsbureaus, die kijken niet kritisch naar wie geschikt is voor werk in het buitenland.”
Opnieuw stemmen
Werkgevers hebben zich tot nu toe verzet tegen deze vrije dag. Ze zijn bang dat de meisjes ‘oneerbare’ dingen gaan doen en zwanger raken of dat de winkelcentra in de steden verstopt raken, omdat ze massaal zouden gaan shoppen. Parimala stelt dat zo’n opleidingscentrum ook voor de werkgevers geruststellend zou zijn: zo weten ze tenminste waar ‘hun’ meisjes zich ophouden.
In Genève bleek de race voor een speciale ILO-conventie afgelopen juni allesbehalve gelopen. “Het was al vrij snel duidelijk dat de werkgevers geen conventie wilden. Zij achtten een aanbeveling voldoende. Gek genoeg schaarde ook de Maleisische regering zich hier achter.” Gelukkig vond het merendeel van de ILO-regeringsleden dat een conventie wel nodig is. In totaal zijn er 42 amendementen ingediend, die nu allemaal verwerkt worden. In mei 2011 wordt de eindversie opnieuw voorgelegd voor stemming. “Het is belangrijk dat we blijven lobbyen”, zegt Parimala, “zodat die conventie ook echt wordt aangenomen.” Lees ook Mondiaal Magazine>>
Amsterdam, 17 juni 2010