Vuil

Ga in de straten van Istanbul niet op zoek naar een prullenbak; je vindt ze niet. Daarom verzamelde ik vorige maand al vroeg papier, servet en beker en de hele dag door niet al te vies afval in mijn broek- en jaszak om het ’s avonds in het afvalzakje in de keuken te deponeren.

Afval in prullenbakken stoppen zit niet in het systeem van de Istanbuller. Er scharrelt en dwarrelt dan ook heel wat troep op stoep en asfalt. Dat heeft een reden. Na een paar aanslagen van de PKK in de hoofdstad, waarbij ze explosieven verstopten in prullenbakken, besloot het gemeentebestuur de bakken weg te halen. Die wetenschap geeft je geen schoon, maar wel veilig gevoel.

papierverzamelaarScharrelpapier en –karton wordt overigens wel verzameld door arme sloebers met grote, brede handkarren die bij voorkeur door de modernste straten lopen waar veel winkels zitten. Het is hun inkomstenbron; met een beetje geluk verdienen ze er 30 lira per dag mee. Maar het is ook zwaar werk, de heuvels op en af met een groeiende berg papier.

Verder moet je je schoenen in Istanbul goed in de gaten houden. Wie ’s morgens vroeg op pad gaat, komt bijna zeker met spatten en smurrie op de pumps of mocassins aan. Schoenen zijn als een visitekaartje, dus ging ik op het laatst steevast met zakdoekjes op pad om bij aankomst nog snel een veegje links en rechts te geven.

Die vuile straten hebben geen reden. Maar zijn wel een inkomstenbron voor de schoenenpoetsers. Daarom zie je voornamelijk krijtstrepen mannen bij de poetsers staan. Zij kennen de hotspots waar ze veel klanten kunnen scoren. Zoals de drukke Istiklal Caddesi, maar ook de moskee op vrijdag is een goede vangplaats. Daar doen al die mannen hun schoenen uit en zien ze hoe vies die zijn.

In Amsterdam zijn de straten redelijk schoon, hoewel de staking van de vuilnismannen inmiddels wel erg zichtbaar wordt. Als die werkgevers nou even dat 1,5 procentje bieden voor die harde werkers, zijn onze straten zo weer schoon. Want het is hier prettig geregeld, zo constateren we bij terugkomst.

Maar er is hier geen Bosporus en ook geen sprookjesachtig uitzicht op heuvels, noch een overdaad aan heerlijk eten in restaurants. Ook zijn er geen simitverkopers met kleurige karretjes of kastanjebranders die de geur in de straten bepalen. Misschien is de lucht in Istanbul wat vuil, maar het is er o zo relax en zoet en melancholisch. Daar betalen we graag een schoenenpoetser voor.