Niks leuker dan de verschillen te ontdekken tussen twee landen. Oh, doen zij dat zo? Wij doen dat heel anders! En dan vooral in de hoop dat wij het allemaal beter doen. Toch even een kleine opsomming over het Turkse land.
De Turkse VNO-NCW, die hier Tüsiad heet, wordt voor de tweede keer geleid door een vrouw. Mevrouw Nazli Ümit Boyner leidt daarnaast het imperium Boyner, telt vele ondernemingen in sectoren als metaal, textiel en voedsel.
In de jaren negentig al had Turkije een vrouwelijke premier. Mevrouw Çiler maakte niet de vier jaren vol, maar dat had meer te maken met de wankele coalitie die ze leidde dan met haar kwaliteiten. De universiteiten worden bevolkt door vrouwen: naar schatting 40 procent van de hoogleraren is van het ‘zwakke’ geslacht.
Andere feiten: zo’n 8 miljoen vrouwen in Turkije zijn analfabeet, zo blijkt uit cijfers van de Ege universiteit in Izmir uit 2007. Dit komt neer op ruim 10 procent van de bevolking. In de 81 grote steden die Turkije telt, zijn slechts twee vrouwelijke burgemeesters te vinden. Geen van beide overigens AKP’er.
Toen Atatürk in de jaren twintig van de vorige eeuw de republiek Turkije stichtte, kregen vrouwen de kans op een vliegende start. Ze bezetten massaal parlementszetels: bijna de helft was in hun handen. Nu is dit nog geen 2 procent.
In Nederland hadden vrouwen zo’n negentig jaar geleden nauwelijks positie. In 1917 werd het passief vrouwenkiesrecht ingevoerd en pas vijf jaar later het actief kiesrecht voor vrouwen. Atatürk – die niet al te schone handen had - liep in dit geval toen al ver voor de troepen uit. Deze zo geheiligde man, die in alle Turkse overheidsgebouwen en bedrijven te vinden is, zou zich tegenwoordig waarschijnlijk achter de oren krabben. Je vraagt je toch af: waarom is er zo willekeurig omgegaan met zijn erfenis?
De Turkse VNO-NCW, die hier Tüsiad heet, wordt voor de tweede keer geleid door een vrouw. Mevrouw Nazli Ümit Boyner leidt daarnaast het imperium Boyner, telt vele ondernemingen in sectoren als metaal, textiel en voedsel.
In de jaren negentig al had Turkije een vrouwelijke premier. Mevrouw Çiler maakte niet de vier jaren vol, maar dat had meer te maken met de wankele coalitie die ze leidde dan met haar kwaliteiten. De universiteiten worden bevolkt door vrouwen: naar schatting 40 procent van de hoogleraren is van het ‘zwakke’ geslacht.
Andere feiten: zo’n 8 miljoen vrouwen in Turkije zijn analfabeet, zo blijkt uit cijfers van de Ege universiteit in Izmir uit 2007. Dit komt neer op ruim 10 procent van de bevolking. In de 81 grote steden die Turkije telt, zijn slechts twee vrouwelijke burgemeesters te vinden. Geen van beide overigens AKP’er.
Toen Atatürk in de jaren twintig van de vorige eeuw de republiek Turkije stichtte, kregen vrouwen de kans op een vliegende start. Ze bezetten massaal parlementszetels: bijna de helft was in hun handen. Nu is dit nog geen 2 procent.
In Nederland hadden vrouwen zo’n negentig jaar geleden nauwelijks positie. In 1917 werd het passief vrouwenkiesrecht ingevoerd en pas vijf jaar later het actief kiesrecht voor vrouwen. Atatürk – die niet al te schone handen had - liep in dit geval toen al ver voor de troepen uit. Deze zo geheiligde man, die in alle Turkse overheidsgebouwen en bedrijven te vinden is, zou zich tegenwoordig waarschijnlijk achter de oren krabben. Je vraagt je toch af: waarom is er zo willekeurig omgegaan met zijn erfenis?