Wie ben ik en waar hoor ik bij? Het zijn identiteitsvragen waarmee alle jongeren in de adolescentiefase te maken krijgen. Antwoorden vinden is nog niet zo gemakkelijk. Het Verwey-Jonker Instituut heeft op verzoek van Stichting JoU in Utrecht tools ontwikkeld voor jongerenwerkers om over deze vraagstukken te praten. “Ze zijn heel geschikt als opstapje voor een gesprek”, zegt jongerenwerker Daniel Mahmutovic.
Tekst Astrid van Unen
“Alle jongeren, ongeacht hun achtergrond en afkomst, hebben te maken met identiteitsontwikkeling, met name in de adolescentiefase, dus na de puberteit”, zegt Mehmet Day, onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut en medeontwikkelaar van de tools. “Vaak zoeken jongeren in hun eentje naar antwoorden, met vallen en opstaan. Als maatschappij vinden we het belangrijk dat jongeren een positief zelfbeeld hebben, maar begeleiding in dit proces is er nauwelijks. In het onderwijs wordt identiteitsontwikkeling veel genoemd, maar er wordt niet veel op gedaan door te weinig tijd en personeelstekort. Jongerenwerkers doen op individueel niveau veel goede dingen, maar ze gaan op dit onderwerp niet methodisch met tools te werk om jongeren te begeleiden in die zoektocht.”
Stichting Jongerenwerk Utrecht (JoU) vroeg dan ook het Verwey-Jonker Instituut om zulke tools te ontwikkelen. In een proces van enkele jaren aan onderzoek en ontwikkeling, in samenspraak met verschillende jongerenwerkers van deze stichting, ligt er nu zo’n pakket aan tools. De zogenoemde JoUw-koffer biedt jongerenwerkers handen en voeten aan de begeleiding van meervoudige, culturele identiteitsontwikkeling op groepsniveau en soms op individueel niveau.
Ontwikkelen van zelfkennis
De ontwikkelde tools zijn gebaseerd op drie methodische principes van het jongerenwerk (Sonneveld, 2022): jongeren in hun kracht zetten; een betekenisrelatie opbouwen en aansluiten bij de behoefte en leefwereld van jongeren. Het gaat om vier verschillende thema’s met bijbehorende tools: persoonlijke identiteiten, meervoudige identiteiten en omgaan met deelidentiteiten, levenslijn en omgaan met racisme en discriminatie. Day: “Daarbij komen zaken als afkomst, geslacht, hobby’s, vrienden, de positie als student en binnen het gezin aan de orde. Jongeren moeten hier een samenhangend geheel van maken om stevig in hun schoenen te komen staan.”
Bij het eerste thema gaat het om de persoonlijke identiteit: wie ben je als persoon, wat zijn je persoonlijkheidskenmerken. “Dit kan helpen bij het ontwikkelen van zelfkennis. Jongeren kunnen bijvoorbeeld kiezen uit vier kaartjes, waarop woorden als ‘eerlijk’ of ‘zorgzaam’ staan. Daarover gaan ze in gesprek in een groep. Of ze definiëren hun persoonlijkheidskenmerken aan de hand van een verzonnen situatie. Stel, je komt op een eiland terecht. Dan zijn er verschillende rollen belangrijk. Bijvoorbeeld een verkenner, een leider, of een uitvoerder. Wat zou jouw rol zijn?”
Verschillende rollen
Het uitdiepen van meervoudige identiteiten en omgaan met deelidentiteiten, het tweede thema, is omvangrijk. “Daarbij kan het tekenen van een pizza helpen”, zegt Day. “Of gezamenlijk een pizza bakken: elke punt staat dan voor een deel van je identiteit, bijvoorbeeld voetballer, gamer, broer of zus, Utrechtenaar en de eigen (migratie)achtergrond. Dan is de vraag hoe belangrijk die deelidentiteiten zijn en waar ze tegenaan lopen. Dit thema gaat meer de breedte in.”
Daniel Mahmutovic, jongerenwerker in de Utrechtse wijk Noordoost, was betrokken bij de ontwikkeling van de tools. Hij heeft de getekende pizza al een paar keer ingezet bij een diverse groep jongens tussen de twaalf en veertien jaar. “Dan vul ik eerst een identiteit van mezelf in”, legt hij uit. “Dat geeft de jongeren vertrouwen om zichzelf ook open te stellen. Als de pizza is ingevuld, kun je met een setje verdiepingsvragen de diepte in gaan. Bijvoorbeeld: hoe voelt het om te switchen in die verschillende rollen? Of: in welke rol voel je je het meest thuis? Een van de jongens die meedeed, vertelde dat hij regelmatig zijn moeder helpt bij het oppassen op kinderen. Dat wist ik niet, dus ook voor mij belangrijke informatie.”
Omgaan met racisme
Via het tekenen van een levenslijn gaan jongeren van het verleden naar het heden, vanuit de vraag: welke momenten waren bepalend in je leven? “En in hoeverre bepalen die hun identiteit?”, voegt Day hieraan toe. “Dan kan het gaan om het verlies van dierbaren, het halen van een diploma, of het vinden van liefde. Het is een onderwerp waar niet zo gemakkelijk over gepraat wordt, maar waarbij het tekenen van zo’n levenslijn kan helpen.”
Het laatste thema is minstens zo belangrijk. “Jongeren hebben echt te maken met racisme en discriminatie en het is ook echt een gespreksonderwerp. Het is helaas onderdeel van de samenleving. Jongerenwerkers kunnen hen hierbij helpen door het in een bredere context te plaatsen: dit is onrecht waartegen we als samenleving moeten strijden. Om hen te empoweren. Aan de orde komt bijvoorbeeld het begrip micro-agressie. Over opmerkingen die niet goed voelen, maar worden weggelachen. Hier hoort een video bij, die ingaat op dit aspect. Doel is jongeren bewust te maken van wat ze voelen, zodat ze begrijpen wat ze meemaken.”
Divers aanbod
De JoUw-koffer is bedoeld voor zowel jongens als meisjes. Day: “We hebben ook kritisch naar de tools gekeken, welke voor welke doelgroep meer geschikt zou zijn. Het gesprek aangaan is in een meidengroep een stuk gemakkelijk dan in een jongensgroep. Daar zou een voetbalspel beter kunnen werken, of een raptekst. Het aanbod is dus divers.”
Mahmutovic werkt vooral met jongensgroepen. Een van zijn favoriete tools is hen een liedje te laten uitkiezen, dat betekenis voor hen heeft en wat iets vertelt over hun leven. “Dan gaat het om een vakantie, hun ouders of het verlies van een dierbare. Die gesprekken worden vrij snel persoonlijk. Je moet dan wel zorgen voor voldoende veiligheid in de groep. In elke tool zit een opbouw, waardoor je steeds dieper kunt gaan.”
Meer bewustwording
De wijk waar Mahmutovic werkt, staat bekend als een ‘witte’ wijk. “Met veel jongens van Nederlandse afkomst en hogere huizenprijzen”, zegt hij. “Maar we hebben ook sociale woningbouw en migrantengezinnen. Je ziet dat ze verschillende rollen hebben in de wijk, op school en binnen hun gezin. Ze zoeken naar hun eigen identiteit. Ik heb een groepje jongens met Marokkaanse roots, die op vakantie in Marokko als Nederlander worden gezien en thuis in Utrecht als Marokkaan. Meervoudige identiteiten, die ook gaan over bijvoorbeeld gender en religie. In deze aanpak gaat het vooral om de reflexie op de eigen identiteit.”
Tijdens het proefdraaien met de tools merkte Mahmutovic dat de jongens elkaar en zichzelf beter leerden kennen, en meer begrip voor elkaar kregen. “Of dit grote invloed heeft, is nog te vroeg om te zeggen. Het effect is moeilijk meetbaar op zo’n korte termijn, maar je ziet dat ze zich steeds meer bewust worden van zichzelf. Ons werk is vooral preventief; we zetten middelen in om hen verder te helpen. Daarin levert dit pakket aan tools zeker een bijdrage aan.”
In meerdere steden
In de JoU-vestigingen staan inmiddels diverse koffers klaar, waar jongerenwerkers op hun eigen moment mee aan de slag kunnen. “We hebben de vraag over tools voor identiteitsontwikkeling niet alleen uit Utrecht gekregen”, zegt Day. “Ook in Amsterdam bijvoorbeeld is die behoefte. We zouden het dan ook mooi vinden als dit pakket in meerdere steden kan werken. Natuurlijk heb je een lokale analyse nodig en moeten een aantal dingen worden aangepast. Jongerenwerkers in Utrecht lopen soms tegen andere dingen aan dan elders in het land. Maar we hebben in elk geval nu een basis om alle jongerenwerkers te kunnen ondersteunen.”
Besturen die interesse hebben in de JoUw-koffer, kunnen zich melden bij Stichting JoU, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., telefoon 030 2361919.