Op zoek naar een beter leven

(FNV Magazine)

Ze zijn onlosmakelijk verbonden met onze economieën. Arbeidsmigranten zoeken beter werk, meer loon en een beter leven. Over de hele wereld. Dan is het wel zuur als de voorgespiegelde toekomst allesbehalve mooi is. In Peru, Turkije, Tunesië en ons eigen land worden ze soms schandalig uitgebuit.

 

Tekst Astrid van Unen Beeld Kalkınma Atölyesi (Turkije) en privécollecties / GettyImages / ANP

PERU – Arbeidsmigranten in de fuik van sekswerk

Soms zijn ze minderjarig, vaak worden ze met valse beloftes gelokt. Sekswerkers uit omliggende landen van Peru, met name Venezuela, Colombia en Ecuador, komen als arbeidsmigrant het land binnen, maar belanden vaak in een fuik van uitbuiting, afpersing, mishandeling en misbruik. Sinds 2017 heeft SintrasexP de status van vakbond voor sekswerkers gekregen. “Voorheen stonden we sekswerkers al bij”, vertelt algemeen secretaris Azucena Rodriguez del Corzo, “maar nu hebben we meer gewicht. Als we met parlementsleden praten over de problemen van onze leden, zijn ze verrast te horen dat er een vakbond is. We merken dat we nu met meer respect behandeld worden.”

SintrasexP is nog een kleine bond met zo’n 150 leden, maar zet zich breed in voor alle sekswerkers. “We ondersteunen ze bij hun gezondheidschecks, zorgen dat ze hiv-tests kunnen doen, delen condooms uit en helpen als het niet goed gaat. Soms geven we financiële ondersteuning of doneren we voedselpakketten voor degenen die het echt niet meer redden.”

En dat komt vaker voor dan SintrasexP lief is. “Veel meisjes worden hier naartoe gelokt met andere ideeën, bijvoorbeeld dat ze in een huishouden gaan werken. Hun ticket wordt betaald en ze komen dus met schulden aan. Dan worden ze ingezet als sekswerker en moeten een deel van hun inkomsten afstaan om hun schuld af te lossen. Sommige ‘arbeidsbemiddelaars’ kennen de familie van de meisjes. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar voor afpersing. Ze hebben ook niet allemaal een paspoort of werkvergunning, waardoor ze nauwelijks rechten hebben.”

Zelfs de politie vervolgt hen, weet Rodriguez del Corzo. “Sekswerk is in Peru niet illegaal, maar er is geen wet die hun rechten omschrijft. Ze vallen niet onder de Arbeidswet.” En dat is precies waar de lobby van SintrasexP zich op focust. Vakbondsmensen schreven mee aan een nieuw wetsvoorstel, waarin rechten van sekswerkers zijn vastgelegd. Deze moet nog worden ingediend.

TURKIJE – Seizoenwerkers overleven al wildkamperend

Vanuit het oosten naar het zuiden en via het noorden weer terug naar huis, dat zijn de routes die binnenlandse arbeidsmigranten in Turkije jaarlijks afleggen. Ze reizen met het hele gezin, inclusief tent en slaapspullen, met de seizoenen mee om aardbeien, abrikozen, thee, tomaten of hazelnoten te plukken. Onderzoeksbureau Kalkınma Atölyesi ofwel Development Workshop in Ankara houdt deze groep al decennia in de gaten voor uiteenlopende opdrachtgevers, waaronder de Nederlandse ambassade. Want deze producten, die vaak onder zeer slechte arbeidsomstandigheden worden geoogst, belanden ook in onze schappen.

“Seizoenwerkers slapen in tenten, op terreinen waar vaak geen stromend water, sanitair of elektriciteit aanwezig is”, vertelt Ertan Kayabıyık, een van de oprichters van het onderzoeksbureau. “In sommige provincies is wel geïnvesteerd in betere onderkomens, bijvoorbeeld door het plaatsen van containers, maar de meerderheid overleeft al wildkamperend. Ze maken lange dagen voor weinig geld zonder enig werkcontract. De Arbeidswet geldt niet voor hen.”

Behalve de slechte arbeids- en leefomstandigheden is er ook sprake van kinderarbeid. “Volgens de laatste telling van de Turkse overheid uit 2019 gaat het om meer dan 700 duizend werkende kinderen”, zegt Kayabıyık. “Maar ze hebben alleen de kinderen uit Turkije geteld, veelal Koerdisch, niet de vluchtelingenkinderen.” En dat laatste is een groeiend probleem. Turkije vangt veel vluchtelingen uit Syrië op, maar de laatste jaren vluchten ook veel gezinnen uit Afghanistan, sinds de Taliban daar de scepter zwaait. Zij belanden allemaal in het seizoenswerk, en de kinderen volgen nauwelijks onderwijs.

Een vakbond die zich voor hen hard maakt, is er niet. Kayabıyık: “Er zijn wel ngo’s die zich om hen bekommeren en sinds kort is het ministerie van Arbeid actief geworden op dit terrein. De groeiende focus op mensenrechten heeft ook te maken met de nieuwe richtlijnen van de EU. Maar deze problemen bestaan al heel lang. Bedrijven zijn vooral gericht op winstmaximalisatie, niet op mensenrechten.”

NEDERLAND – “We moeten de race-to-the-bottom voorkomen”

Natuurlijk zijn arbeidsmigranten belangrijk, en dan vooral voor de werkgevers, zegt FNV-bestuurder Petra Bolster. “Zeker op basis van zo laag mogelijke loonkosten.” Het schenden van (arbeids)rechten van arbeidsmigranten zou iedereen belangrijk moeten vinden. “Als wij toestaan dat mensen zo worden behandeld en betaald, wordt dat de nieuwe standaard voor iedereen.” Het rammelt en rommelt al heel lang rondom arbeidsmigranten in Nederland. De voorbeelden van uitbuiting en misbruik zijn talloos, en ondanks het feit dat er al vele rapporten van gerenommeerde adviesraden en commissies zijn verschenen, gaan deze praktijken gewoon door.

“Arbeidsmigranten worden vaak met mooie beloftes door bedrijven of uitzendbureaus geworven”, legt Bolster uit. “Ze moeten tekenen bij een kruisje, onder een contract in een taal die ze niet kennen. Eenmaal in Nederland blijkt dat ze niet de beloofde veertig uur mogen werken, maar slechts twintig uur, en tegen het lage minimumloon. De busreis naar Nederland moeten ze ineens zelf betalen en de huurkosten worden ingehouden op hun loon, dus ze beginnen al met een schuld. Dan blijkt ook dat ze voor hun bed moeten betalen, in een huis dat ze met wildvreemde mensen delen. Laten ze per ongeluk een handdoek in de badkamer achter, dan volgt een boete, die wordt ingehouden op hun loon. En het vervoer naar het werk kost natuurlijk ook geld.”

Het is niet alleen mensonterend, maar soms ook ronduit gevaarlijk. “Sommige werkgevers investeren niet in opleiding en veiligheid ‘want ze zijn hier toch maar tijdelijk’. Dus die hebben bijvoorbeeld geen kennis nodig van brandpreventie. Voor alle duidelijkheid: dit zijn geen incidenten hè. We spreken bedrijven hier ook op aan, evenals de inleners.”

Voor de FNV is iedereen welkom in Nederland. “Maar wel op basis van dezelfde arbeidsvoorwaarden als Nederlandse werknemers”, stelt Bolster. “We moeten hierin samen optreden, om de race-to-the-bottom te voorkomen. Wij ondersteunen de arbeidsmigranten, waar en hoe we kunnen. Juridisch, bemiddelen bij conflicten met werkgevers, we lichten ze voor over hun rechten, noem maar op. Sinds het rapport-Roemer zijn we drie jaar verder en er is bitter weinig veranderd. We moeten ons rot schamen.”

TUNESIË – Een presidentiële haatspeech met grote gevolgen

“Hordes illegale migranten uit Afrika bezuiden de Sahara” zouden naar Tunesië zijn gekomen, “met alle geweld, misdaad en onaanvaardbare praktijken van dien.” Deze tekst sprak de Tunesische president Saied op 21 februari vorig jaar uit voor de Nationale Veiligheidsraad. Hij zei dat dit een “onnatuurlijke” situatie was en onderdeel van een crimineel plan om “de demografische samenstelling te veranderen.” Wat volgde waren verschrikkelijke rellen tegen (arbeids)migranten. Hun huizen werden in brand gestoken en ze konden ’s avonds niet de straat op. Velen werden gearresteerd en ondergebracht in deportatiecentra, of naar de grens met Libië gebracht en achtergelaten in de woestijn zonder voedsel of water. Dit gebeurt nog steeds.

Jihene Belgasmi, coördinator van de International Domestic Workers Federation (IDWF) voor het Midden-Oosten en Afrika, kreeg in de nacht na de zogenoemde haatspeech zo’n achthonderd appjes van leden en hun vrienden die in nood verkeerden. Ze coördineerde zo veel mogelijk hulp voor hen. De haatspeech was ronduit schadelijk voor de positie van arbeidsmigranten. “Voor die tijd waren ze aan het werk in het huishouden, de bouw en landbouw voor weinig loon en onder slechte arbeidsvoorwaarden. Nu zijn velen hun huis, baan en waardigheid kwijt. Sommigen zijn teruggekeerd, maar de meesten niet, omdat ze in hun thuisland vervolgd worden of schulden hebben.”

IDWF opereert sinds 2013 als federatie voor huishoudelijk personeel. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is de meerderheid van de migrerende huishoudelijke hulpen ongedocumenteerd. Sinds 2022 is IDWF ook actief in Tunesië. Belgasmi doet wat ze kan, “maar wat we doen is nooit genoeg”, zegt ze. “We helpen bijvoorbeeld als hun paspoorten worden ingenomen of hun lonen achtergehouden. Situaties zijn vaak schrijnend. In één land was er bijvoorbeeld een situatie met Oegandese vrouwen. Zij deelden met veertien een kamer en kregen elke drie dagen vijf dollar voor boodschappen. Hier hebben we met succes het ministerie van Arbeid ingeschakeld.”