Van alle grote steden wordt in groeistad Almere het heersende lerarentekort het meest gevoeld. De nieuwe wijk Almere Poort heeft zelfs een lerarentekort van meer dan 38 procent. “We hebben al veel scholen staan, maar de groei loopt niet simultaan.”
Tekst Astrid van Unen
Beeld Fred van Diem
Directeur Frank Groot is op de fiets gesprongen om een verdwenen leerling thuis op te halen. Die bleek zich echter verstopt te hebben binnen de school. “Ik wil nog wel met z’n moeder praten”, zegt Groot tegen zijn administratief medewerker als hij een kwartier later binnenloopt. Zijn stijl van leidinggeven heet management by walking around. Groot zit weinig achter z’n bureau. “Dit is een lerende organisatie waarin we werkplezier hebben in plaats van werkdruk”, zegt hij stellig.
Tot vorig jaar kampte zijn basisschool in Almere Poort met zo’n 5 procent lerarentekort. Nu zit hij rond de 15 procent. Dat is nog fors lager dan het gemiddelde in zijn stadsdeel. “En het kan nog erger”, zegt hij. “Mijn buurman zit rond de 50 procent tekort.” Het gemiddelde lerarentekort in Almere ligt volgens de laatste meting met peildatum 1 oktober 2023 op 23,4 procent, maar de uitschieter ligt in Almere Poort met 38,8 procent. Deze wijk telt zeven basisscholen.
STAGIAIRS
Hoe komt het dan dat Sterrenschool De Ruimte met een relatief laag lerarentekort zit? “Onze school is een erkend leerbedrijf”, legt Groot uit. “Wij zitten heel erg op het opleiden en hebben veel stagiairs. Daar begint de basis van het doorstromen. Ik heb een interne coach die de student meeneemt in het verhaal. Dat maakt onze school geliefd.” Maar dat is niet de enige reden. “Ik ben op meerdere borden aan het schaken. We hebben ook nog Lio’s en we onderzoeken of we mbo’ers met een pedagogische opleiding kunnen laten doorstromen naar de kleuters.” Ook de Ad Pedagogisch Educatief Professional (Ad PEP), waarin onderwijsassistenten kunnen doorleren voor lerarenondersteuner en uiteindelijk doorstromen naar de Pabo, biedt kansen. Daarnaast heeft de school twee zij-instromers in opleiding en een enthousiaste pensionada op basis van halfjaarlijkse contracten.
Wat niet wegneemt dat ook Groot voor soms onverwachte crises komt te staan. “In het begin van het schooljaar brak een leerkracht haar rug. Zij staat voor de kleuters en is een hele goede. Dat viel dus erg tegen. Ze is nu aan het revalideren. Ik heb toen een extern bureau ingehuurd, al doe ik dat liever niet, want dat kost veel geld, maar het kon niet anders. Inmiddels maken we daarvan geen gebruik meer, we hebben het nu intern kunnen oplossen.”
Hij heeft nog stilzwijgende vacatures, die hij voorlopig oplost met een lerarenondersteuner. “Onderwijsassistenten zet ik in principe niet voor de groep, want ik wil mijn onderwijsondersteuning op orde houden, anders gaat het ten koste van de kwaliteit en de zorg. Daar is geen vervanging voor, want daar hebben we geen geld voor. Met de lerarenondersteuner heb ik voorlopig het tekort gedekt. Maar ook ik moet soms een klas naar huis sturen.”
GLIJDENDE SCHAAL
Groepen samenvoegen doet Groot niet. Sterrenschool De Ruimte biedt unitonderwijs, waarin zo’n 29 kinderen een groep vormen. Leerkrachten werken als vakdocenten in deze units in een gedifferentieerd team. Leerlingen gaan in een roulatiesysteem van vier keer drie kwartier van vakdocent naar vakdocent. De lokalen komen uit op een leerplein waarin kinderen in kleine groepjes met een opdracht aan de slag kunnen. Een onderwijsassistent staat structureel op het leerplein. “Het vraagt om organisatorisch denkwerk, maar zo kunnen we wel creatief gaten opvullen.” Groot zelf valt nooit in voor de klas. “Dat doe ik uit principe niet, want ik ben nodig om dingen te regelen en de onderwijskwaliteit te waarborgen. Anders wordt het een glijdende schaal. Wel ben ik in noodsituaties op het leerplein te vinden.”
Hij erkent dat de werkdruk bij zijn collega’s voelbaar als. “Als je als schoolleider niet stevig in je schoenen staat, en de materie niet goed kent, is de kans op uitval bij leerkrachten groot.” Hij wijst erop dat schoolleiders hierin een sleutelrol hebben, terwijl ook hier een tekort aan is. In het reguliere onderwijs van Almere is dit 33 procent. “De AOb maakt zich sterk voor het oplossen van het lerarentekort, maar een directeur moet als eerste aan de bak. Die mag overal verantwoording voor afleggen. Ik pleit er dan ook voor om hen te ondersteunen, vooral die van de kleine scholen.”
Zijn basisschool valt onder het christelijke schoolbestuur Prisma. Groot zegt zich gesteund te voelen door zijn bestuur. “Ze denken zeker mee. Maar ook Prisma loopt tegen grenzen aan. Het zou fijn zijn als er een grote landelijke campagne komt om het beeld van de leraar aantrekkelijk te promoten. Daarnaast denk ik dat een volledige reiskostenvergoeding bij de arbeidsvoorwaarden hoort. Hier komt een kwart van de leraren van buiten Almere. Met een volledige reisvergoeding win je mensen.”
VERGRIJZING
De Almeerse Scholengroep (ASG) stuurt veertig basisscholen en acht vo-scholen aan. De Stichting Almere Speciaal (SAS) heeft twee speciale basisscholen en een VSO. Voorzitter Susanne Olivier van ASG en bestuurder Brigitta Gadella van SAS willen niet specifiek praten over de lerarentekorten op hun scholen, wel over de situatie in geheel Almere. “Het plaatje van één bevoegde leraar voor één groep is niet meer realistisch”, zegt Olivier. “Dat zien we met name in stadsdelen waar de groei van de stad qua leerlingenaantallen enorm toeneemt.”
Almere is de snelst groeiende stad van Nederland. Vooral in Almere Poort, waar het lerarentekort het hoogst is, wordt nog veel gebouwd. Olivier: “We hebben daar al veel scholen staan, maar die groei loopt niet simultaan.” In 2040 heeft Almere naar verwachting 300 duizend inwoners. Op dit moment zijn dat er 223 duizend. “Dus er zijn meer scholen én meer leraren nodig, terwijl de instroom van leerkrachten lager is dan de uitstroom.”
De bezetting in het speciaal onderwijs was tot vorig jaar goed op orde, vertelt Gadella. Nu zijn die
tekorten in de G5 (Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) rond de 20 procent. “We liepen hierin tot nu toe achter. Maar we hebben nu te maken met een grote uitstroom als gevolg van de vergrijzing en het blijkt moeilijk gespecialiseerde leerkrachten te vinden. In het speciaal onderwijs verdienen leerkrachten weliswaar iets meer, maar geld is niet het enige. Je moet ook affiniteit met de doelgroep hebben.”
GRIEPGOLF
Zijn die oplopende tekorten bij hen al langer in het vizier geweest? “Zeker”, lachen ze allebei. “In schooljaar 2018/2019 is het Noodplan Lerarentekort PO in werking gezet voor de G5, met steun van het rijk”, vertelt Olivier. “Dat is nog steeds gaande, en de financiering wordt met anderhalf jaar verlengd. Daardoor konden we inzetten op meer zij-instromers en Ad PEP voor de mbo’ers. Vanuit de jeugdzorg is meer geïnvesteerd in het onderwijs om de werkdruk voor leraren te verlagen. We experimenteren met een andere dagindeling. Er is dus al veel gebeurd, én met resultaat. Dit heeft een versterkende werking gehad op de samenwerking en solidariteit binnen de stad en dat heeft dempend gewerkt. Helaas houdt toch de uitstroom van mensen die met pensioen gaan en de instroom van nieuwe leraren geen gelijke tred.”
Dat het knelt, is op alle scholen voelbaar. “Op het moment dat je de bezetting rond hebt, maar de spankracht op is, ontstaan er problemen bij een griepgolf”, zegt Gadella. “Vanochtend bleken op een kleine school met een team van zeventien mensen vijf leraren ziek. Het is heel ingewikkeld om dat dan rond te krijgen. In het speciaal onderwijs hebben we meestal twee mensen voor de groep, een leerkracht en een onderwijsassistent. Maar tijdens zo’n griepgolf betekent het dat mensen alleen voor de klas staan. Dat is pittig. En soms moet je wel een klas naar huis sturen, daar ontkom je niet aan.”
Meer invallers en meer inhuur, daar komt de oplossing wel op neer, zegt Olivier. “Maar op inhuur hoeven we bij een acute griepgolf niet te rekenen”, zegt Gadella, “want die zijn niet meer beschikbaar. Dat is gewoon op.” Ook ASG-scholen moeten soms klassen naar huis sturen, “ook al weten we dat dit ontzettend lastig is voor de ouders”, voegt Olivier eraan toe. “Maar het levert natuurlijk in eerste instantie meer werkdruk op voor de collega’s die er nog zijn en dat zet de onderwijskwaliteit onder druk.”
GEZAMENLIJK PROBLEEM
Uit de Evaluatie subsidieregeling zij-instroom PO G5 blijkt dat het Almere al jaren niet lukt de beoogde aantallen zij-instromers te halen. Ze hebben last van concurrentie van Amsterdam, de aantrekkelijke hoofdstad die bovendien over meer geld beschikt. Almeerse schoolbesturen maken onderling wel afspraken over bijvoorbeeld de salarissen van zij-instromers, de coaching en welke extra scholing zij-instromers nodig hebben. Die zijn gemaakt om uitval van zij-instromers en concurrentie tussen de schoolbesturen te voorkomen. “We proberen de krachten te bundelen op stedelijk, regionaal en landelijk niveau”, licht Olivier toe. “We krijgen van OCW de ruimte, zowel financieel als binnen regelgeving, om te experimenteren en opgedane kennis te delen.”
Dit heeft in Almere onder andere geleid tot de Ad PEP-opleiding, maar ook tot het schrijven van een curriculum voor een nieuwe opleiding die mbo’ers tot leraren opleidt. “Het is belangrijk”, benadrukt Gadella, “dat de onderlinge concurrentie tussen scholen wegvalt. We pakken het lerarentekort op als een gezamenlijk probleem. Als bestuur steken we de mensen in de scholen een hart onder de riem en laten we zien dat we hiermee bezig zijn.”
[in kader]
Vakbond op school
De AOb laat van zich horen in Almere, zoveel als kan. AOb-bestuurder Ellen Scholten zegt blij te zijn met de rol die de bond in de stuurgroep van de Onderwijsregio heeft gekregen. “Vorig jaar stond het lerarentekort op de agenda van de gemeenteraad. Toen zijn we massaal op de publieke tribune gaan zitten om aan te geven dat we gekend willen worden in de aanpak van dit probleem. En dat gebeurt nu ook.” Het feit dat de AOb medezeggenschap heeft gekregen in de regionale aanpak van het tekort aan onderwijspersoneel maakt de contacten met schoolbesturen en gemeentepolitici gemakkelijker. “Dit heeft er in een stroomversnelling voor gezorgd dat ze niet meer om ons heen kunnen.” Scholten doet wel een oproep aan onderwijspersoneel in Almere. “Wil je graag dat de vakbond langskomt op school om te praten over werkdruk of andere arbeidsthema’s, neem dan contact met ons op.” Dat kan per mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
[einde kader]