De opwarming van de aarde heeft grote gevolgen voor onze toekomst, ook op het gebied van werk en inkomen. Hoever zijn landen met de hoognodige energietransitie? In Zweden, Nigeria, Colombia en Nederland worden zeker stappen gezet, ieder met een eigen focus.
NEDERLAND - ‘ENERGIEARMOEDE GAAT OVER HET TERUGWINNEN VAN VERTROUWEN’
De energiecrisis treft ons allemaal. Anneke Brock, een jonge onderzoeker bij het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS), ziet nu ook dat haar energierekening is verdubbeld. ‘Ik zie om me heen meer mensen worstelen met de inflatie en de toenemende woonlasten. Dan komt dit er nog bij. Gelukkig heb ik wel een goedgeïsoleerde corporatiewoning.’ Voor KIS deed ze twee jaar geleden een verkennend onderzoek naar de inclusieve energietransitie. Bereikt gemeentelijk duurzaamheidsbeleid alle bewoners? Nee, zo bleek uit de uitkomsten. ‘Gemeenten weten vaak niet hoe ze mensen met een migratieachtergrond bij de energietransitie kunnen betrekken.’
Inmiddels is het thema energiearmoede aan de orde van de dag. ‘Energiearmoede, dat gaat over schuldenproblematiek, over slecht geïsoleerde woningen van woningcorporaties in veelal kwetsbare wijken en over bewustwording’, zegt Brock. ‘Maar het bredere verhaal gaat ook over het terugwinnen van vertrouwen. Onder andere door de Toeslagenaffaire is het vertrouwen van mensen met een migratieachtergrond beschadigd. Het is onze gezamenlijke taak om dit vertrouwen terug te winnen. Vanuit KIS dragen we daarvoor concrete handvatten aan.’
De energietransitie in Nederland kan alleen slagen als iedereen hierbij betrokken wordt. ‘Communicatie en informele netwerken zijn heel belangrijk’, stelt Brock.
‘We moeten investeren in onafhankelijke sleutelfiguren die de informatie goed kunnen overbrengen. Nu zien we nog schrijnende voorbeelden waardoor mensen in de problemen raken. Mensen die net uit de schulden zijn en nu bang zijn opnieuw in de schulden te raken. Ongeopende enveloppen op de eettafel. Een energietoolbox die door een gemeente onder inwoners is verspreid, maar die op Marktplaats belandt. En dan komt er een energiecoach om uit te leggen hoe ze kunnen bezuinigen, terwijl de verwarming al de hele winter uit staat.’ Juist daarom zouden gemeenten samen met woningcorporaties, migrantenorganisaties, sleutelfiguren en hulpverlening beleid op maat moeten voeren, vindt Brock.
COLOMBIA - ‘ER LIGGEN ECHT KANSEN’
Drie grote vakbonden in de Colombiaanse sectoren mijnbouw, energie en petroleum hebben vorig jaar samen met enkele universiteiten Cipame opgericht, een Just Transition onderzoeks-observatorium. Doel is werknemers mee te laten praten en beslissen over een eerlijke energietransitie. In totaal zijn 90 duizend werknemers direct en indirect betrokken bij de energiesector in Colombia. Zo’n transitie heeft dus grote gevolgen voor de werkgelegenheid. Bijvoorbeeld 40 procent van de kolen in Nederland komt uit Colombia. Nu onze regering heeft aangekondigd de kolencentrales gefaseerd te gaan sluiten, heeft dit direct gevolgen voor de Colombiaanse mijnen.
Mondiaal FNV is een van de partners in dit project. Patricio Sambonino is daar namens Mondiaal FNV bij betrokken. ‘Cipame doet niet alleen onderzoek, maar formuleert ook voorstellen voor een eerlijke energietransitie’, vertelt hij. ‘Dit is een nieuwe uitdaging voor de vakbeweging. Het is voor het eerst dat werknemers milieu en arbeidsrechten combineren binnen de energietransitie. De regering heeft nog geen beleid hierop geformuleerd, dus er liggen echt kansen.’
Op dit moment wordt onderzocht wat de beste alternatieven voor fossiele brandstof zijn. ‘Daarover zijn al flinke discussies in het land’, zegt Sambonino. ‘Voorwaarde is dat de nieuwe energiebronnen nieuwe banen creëren.’
In juni heeft het land voor het eerst sinds lange tijd een linkse president gekozen: Gustavo Petro. De vakbonden hebben goede hoop dat hiermee de energietransitie in een gunstig vaarwater komt. In Colombia is nog amper sprake van een sociale dialoog. ‘De nieuwe regering staat in elk geval open voor onze suggesties. We staan klaar voor overleg.’
Binnen het observatorium is met de energietransitie ook de genderongelijkheid aangepakt. De energiesector wordt gedomineerd door mannen, waardoor vrouwen al snel aan het kortste eind trekken. ‘Tijdens het samenstellen van het bestuur van het observatorium hebben de vrouwen geëist dat het een 50/50-samenstelling zou worden. Dat is gelukt. Het motto is nu: een eerlijke transitie is niet mogelijk zonder eerlijke participatie.’
ZWEDEN - ‘MENSEN MET EEN VERWARMD ZWEMBAD GECOMPENSEERD’
Waterkracht, warmtepompen, windmolens en zonnepanelen domineren het energielandschap van Zweden. Fossiele brandstof maakt nog maar een kwart van de totale energievoorziening uit, vertelt Lennart Reinius van Union to Union, de Zweedse zusterorganisatie van Mondiaal FNV. En toch heeft ook Zweden te kampen met hoge energieprijzen, al voor de oorlog in Oekraïne. De Zweedse regering heeft aan 1,8 miljoen huishoudens subsidie gegeven om de koopkracht enigszins op peil te houden.
‘Maar daar is ook veel kritiek op gekomen’, zegt Reinius. ‘Hoe hoger het energieverbruik, hoe hoger de subsidie was. Dus mensen met een verwarmd zwembad in kregen meer geld dan degenen in een kleine woning. Dat is natuurlijk niet fair.’
Union to Union behoort met Mondiaal FNV tot de voortrekkers van het programma Just Transition, dat zich richt op een eerlijke overgang van fossiele naar duurzame energie. Want zo’n verandering gaat natuurlijk gepaard met het verlies van banen in de traditionele energiesector. De organisaties steunen en begeleiden processen in ontwikkelingslanden, samen met de internationale vakbeweging ITUC en internationale sectorbonden. ‘We benaderen dit heel breed’, legt Reinius uit. ‘De wereldwijde opwarming heeft ook economische en sociale gevolgen. Het gaat ook over gewoon fatsoenlijk werk en mensenrechten. We moeten zorgen dat werknemers niet de dupe worden van de transitie, maar juist goed begeleid worden naar nieuwe banen.’
De noodzaak om hieraan te werken is enorm, stelt Reinius. ‘Het gaat over onze toekomst op bijna alle fronten. De Zweedse bijdrage aan de CO2-uitstoot is niet zo groot, maar het Westen is wel verantwoordelijk voor het grootste deel van de vervuiling. Afrika bijvoorbeeld is maar voor 4 procent verantwoordelijk voor de wereldwijde emissies, maar ondervindt de ergste gevolgen van de klimaatverandering. Zij moeten gecompenseerd worden. Mensen leven er al in armoede, zo raken ze in een vicieuze cirkel.’
NIGERIA - ‘BELANGRIJK OM DE TOEKOMST TE OMARMEN’
Aan de westkust van Afrika wint Shell al ruim een halve eeuw olie in de Nigerdelta van Nigeria - waar de lokale bevolking overigens nauwelijks rijker van wordt. Mondiaal FNV steunde enkele jaren een energietransitieproject in dit land, dat wordt uitgevoerd door de vakbondsfederatie Nigeria Labour Congress (NLC) in samenwerking met de Nigeriaanse milieuorganisatie ERA. Zowel in de olie- als de landbouwsector is de vakbond met alle sleutelfiguren actief om een rechtvaardige transitie te stimuleren. En met succes: de regering heeft de energietransitie inmiddels hoog op de agenda gezet en de NLC neemt deel aan het tripartiete overleg. Projectcoördinator Hauwa Mustapha maakte dit jaar zelfs deel uit van de Nigeriaanse delegatie bij de Climate Change Conference (COP26) van de Verenigde Naties.
De omslag van fossiel naar biobrandstof is nog niet gemaakt, maar onderzoek heeft al uitgewezen dat er kansen liggen. Aardolie en gas leveren Nigeria meer dan 60 procent van de inkomsten op, terwijl minder dan 5 procent van de beroepsbevolking in de sector werkt. Landbouw draagt veel minder bij aan de inkomsten, maar biedt aan ongeveer 75 procent van de bevolking werk. ‘Dit betekent dat als we willen verschuiven naar een schonere economie, we een strategie moet opstellen voor beide sectoren’, zegt Mustapha.
De werknemers in de olie-industrie worden via de vakbond betrokken bij alle plannen. ‘Hun eerste reactie is: ik verlies mijn baan! Maar onderdeel van dit proces is ook dat we nieuwe banen creëren en dat zij dus nieuwe vaardigheden ontwikkelen. Natuurlijk verdwijnen de oude banen, daarom is het belangrijk om de toekomst te omarmen.’ De focus ligt nu op zonne-energie en biobrandstof, met name van de plant jatropha, die goed gedijt in Nigeria. De werknemers in de landbouwsector krijgen lessen in duurzaamheid. Ook voor hen is winst te behalen, want door de klimaatverandering mislukken steeds vaker de oogsten. ‘Hun inkomen droogt op en de inflatie stijgt. De noodzaak om een duurzame omslag te maken zien ook zij in.’