Stop Kinderarbeid

(FNV Magazine)

Vakbonden strijden tegen kinderarbeid, want dat is voor gezinnen de enige weg uit de armoede. ‘Werk houdt kinderen tegen om naar school te gaan. Als kinderen wel de kans krijgen om door te leren, komen ze uiteindelijk in betere banen terecht.’

Tekst Astrid van Unen Beeld Privécollectie / ANP

NEDERLAND – “Kinderarbeid is een schending van mensenrechten”

Onderwijs en kinderarbeid zijn onlosmakelijk verbonden. Vanzelfsprekend houdt internationaal secretaris Trudy Kerperien van de Algemene Onderwijsbond (AOb) zich hiermee bezig. “Omdat werk kinderen afhoudt van het naar school gaan”, zegt ze. “Kinderarbeid is een schending van mensenrechten.” Zicht op kinderarbeid in Nederland heeft ze niet, maar: “Ik durf niet te beweren dat er in Nederland geen kinderarbeid plaatsvindt. Er verdwijnen kinderen van ontslagen migrantwerkers die hun huis verliezen van de radar en het is onduidelijk of ze naar hun thuisland zijn teruggekeerd of illegaal in Nederland zijn gebleven.”

De AOb maakt onder meer deel uit van de Stop Kinderarbeid Coalitie, die al decennia projecten uitvoert in ontwikkelingslanden om zogenoemde kinderarbeidvrije zones te creëren, een collectieve inspanning van ouders, lokale overheid, dorpshoofden, vakbonden en leerkrachten. “Sinds 2019 werken we samen met Mondiaal FNV, de Duitse onderwijsbond GEW en de internationale sectorbond Education International in verschillende landen aan het verbeteren van de sociale dialoog, vooral lokaal”, vertelt Kerperien. “Doel is te ontdekken of de strijd tegen kinderarbeid in zes Afrikaanse landen de sociale dialoog verbetert en of dankzij een betere sociale dialoog meer kinderen naar school gaan.”

Daar zijn al heel wat positieve resultaten over te melden. Kerperien: “De bonden in de landen  hebben professionele ontwikkeling georganiseerd voor leerkrachten en hen geleerd te zorgen voor inhoudelijk interessant en kindvriendelijker onderwijs. Het blijkt dat daardoor kinderen meer plezier hebben in de lessen en graag (terug) naar school gaan, en ouders meer betrokken raken. Binnen de gemeenschappen wordt meer overlegd over onderwijs en dat geeft een impuls aan de bredere sociale dialoog. Niet alleen leerkrachten, ouders en kinderen, maar ook onderwijsbonden profiteren hiervan: ze krijgen meer leden en meer zeggenschap. In totaal hebben we nu na drie jaar zeshonderd leerkrachten getraind en zijn bijna zesduizend kinderen weer terug in het onderwijs beland. De deuren naar de scholen zijn letterlijk open gegaan.”

BANGLADESH – “Basisonderwijs is gratis, maar zeer ouderwets”

Ondanks veel inspanningen en afspraken met de overheid, is het aantal kinderarbeiders in Bangladesh licht toegenomen sinds 2013. “Daar heeft corona deels schuld aan”, zegt Ashraf Uddin, directeur van de Bangladesh Labour Foundation (BLF). Volgens de officiële telling is hier bijna 4 procent van de kinderen full time aan het werk. BLF is sinds 2014 met steun van Mondiaal FNV actief in de informele kleine naaiateliers van de textielsector, waar kinderarbeid vaker voorkomt. Deze sector is dankzij sterke lobby van BLF onlangs gedefinieerd als ‘gevaarlijk’. “Dit is belangrijk, omdat de eerste focus van de overheid in de strijd tegen kinderarbeid op gevaarlijk werk ligt”, zegt Uddin.

Kinderen beginnen vaak jong, vanaf acht jaar of negen jaar. Ze komen meestal uit andere delen van het land naar de ateliers, waar ze eerst twee jaar ‘intern’ gaan: ze werken tegen kost en ‘inwoning’ (in het atelier) twee jaar lang voor dezelfde eigenaar. Uddin: “Voor school is geen tijd: ze werken meestal van tien uur ’s morgens tot tien uur ‘s avonds. Basisonderwijs is hier gratis en verplicht, maar het is zeer ouderwets. Kinderen vervelen zich.”

Samen met de Bengaalse overheid voert BLF campagne tegen kinderarbeid. Doel is alle (verzamel)gebouwen waar kleding gemaakt wordt kinderarbeidvrij te krijgen. Inmiddels zijn er 25 comité’s in bedrijven actief. In de database, die door BLF is ontwikkeld, zijn elfduizend kinderen opgenomen die worden gemonitord. BLF voert gesprekken met de eigenaars van de ateliers en probeert tot afspraken te komen: werkende kinderen terug naar huis sturen, de school weer in, en geen nieuwe kinderen werven. Van de ruwweg zesduizend eigenaars hebben zich inmiddels vijfhonderd aan deze afspraken gecommitteerd. “We zijn in 2020 met dit programma gestart, maar door corona had het een lange aanloop. Inmiddels is 5 à 7 procent van de werkende kinderen terug naar school. En we hebben goede hoop dat het nu in de versnelling gaat.”

GHANA – “We kunnen de wereld veranderen met deze methode”

Freeman Gadri was vijf jaar oud toen hij voor het eerst om vier uur ’s ochtends opstond om vissersnetten binnen te halen. Vanaf die leeftijd ging hij elke ochtend tot negen uur naar het stuwmeer Lake Volta, om daarna met zijn ouders op de plaatselijke markt verse vis te verkopen. “We hadden te weinig inkomsten, ik moest meehelpen”, legt hij uit. Daarna wachtte de basisschool, waar Gadri niet erg fit aan de nodige lessen begon. Volgens het huidige Nationaal Actieplan van het Ghanese ministerie van Arbeid is nog zo’n 3,2 procent van de kinderen in de leeftijd van vijf tot veertien jaar aan het werk. Driekwart van deze kinderen werkt in de landbouw, vooral ook in de cacaopluk.

Gadri is inmiddels 32 jaar en heeft zijn kinderarbeid-jeugd allang achter zich gelaten. Op jonge leeftijd ontmoette hij mensen van de Ghanese landbouwvakbond GAWU die, onder meer met steun van de Stop Kinderarbeid alliantie, werk maakten van kinderarbeidvrije zones, zowel in de cacaosector als in de visserij. GAWU organiseert nog steeds in dorpen comités van ouders, lokale overheid, dorpshoofden, vakbonden en leerkrachten die gezamenlijk zorgen dat kinderen onderwijs volgen in plaats van te werken. Gadri combineerde beide, maar zorgde er wel voor dat hij drie jaar technische school kon volgen.

Hij zette een eigen bedrijf op in accessoires voor mobiele telefoons en is daarin succesvol. Zijn eigen vier kinderen gaan uitsluitend naar school en zo heeft hij de cirkel van kinderarbeid doorbroken. Ook is hij gemeenschapsleider in zijn dorp en bezoekt hij andere dorpen om te zorgen dat meer kinderen uit het werk gehaald worden en naar school gaan. “We kunnen de wereld veranderen met deze methode”, zegt hij. “Ik ben GAWU erg dankbaar dat ze me deze weg hebben getoond.” 

ZUID-AZIË – “Kinderen hebben recht op kind-zijn en recht op onderwijs”

De internationale sectorbond Building and Wood Worker’s International (BWI) heeft een langlopend programma tegen kinderarbeid. Prerna Prasad, programmamedewerker Zuid-Azië, is nauw betrokken bij deze strijd in met name de natuursteensector. “Kinderarbeid is zeker een onderwerp, want het beïnvloedt de loononderhandelingen voor volwassenen”, zegt Prasad. “Onze campagne heet ‘Decent work for adults, decent education for children’. Kinderen zitten meestal niet in de steengroeves, maar zijn vaak indirect aanwezig. Ze verzamelen bijvoorbeeld kleine stenen, die gebruikt worden voor tuinpaden.”

BWI in Zuid-Azië is actief in India, Nepal, Pakistan, Bangladesh en Sri Lanka. De (officiële) cijfers van het aantal werkende kinderen liegen er niet om. In India gaat het om 3,9 procent, in Nepal om 15 procent, in Bangladesh zo’n 4 procent, in Pakistan 9,8 procent en in Sri Lanka 1 procent, zo laat Prasad weten. “In de Indiase natuursteensector zijn veel kinderen aan het werk. 1,3 miljoen van de bevolking werkt in deze sector, waarvan 8,3 procent kinderen.”

Gezinnen met werkende kinderen komen niet uit de armoedespiraal, zo blijkt uit onderzoek. Als kinderen wel naar school gaan en de kans krijgen door te leren, komen ze uiteindelijk in betere banen terecht. Daarnaast: “Kinderen hebben recht op kind-zijn en recht op onderwijs. Dat wordt door kinderarbeid bedreigd”, stelt Prasad. “Ze zijn gedoemd laagbetaald werk te blijven doen. En dan hebben we het nog niet over het risico op beroepsziektes, zoals silocose.”

BWI strijdt al sinds de jaren negentig tegen kinderarbeid en is vanaf 2018 begonnen aan een nieuwe fase, in lijn met het doel om geen parallelle onderwijsstructuren op te zetten. “We proberen overheidsscholen te versterken, vakbondsscholen geleidelijk af te schaffen en steeds meer in te zoomen op het trainen van jongeren in vaardigheden. In de natuursteensector bouwen we aan een duurzame keten zonder kinderarbeid. Mede dankzij onze inspanningen nemen overheden steeds meer maatregelen om kinderarbeid tegen te gaan.”