(Straatjournaal)
Vijftien jaar bestaat inmiddels het Migrant Domestic Workers (MDW)-netwerk van de FNV. Het ledenaantal groeit nog steeds. De ongedocumenteerde migrantwerkers hebben in deze jaren moed verzameld, acties gevoerd en geleerd zichzelf te laten zien. Ruim tien jaar geleden werd Erminah Zaenah (1971) lid van de FNV. In 2023 heeft ze nieuwkomer Wari Ramawati (1984) onder haar hoede genomen. “Het is belangrijk om te laten zien: dit zijn wij.”
Tekst Astrid van Unen
Foto Anne Hamers
Vijf dagen na de verkiezingsoverwinning van de PVV zijn Wari en Erminah samen op bezoek bij vrienden in Amsterdam. “Is het echt dat Wilders nu premier wordt van Nederland?”, vraagt Erminah voorzichtig. Op het antwoord dat dit heel goed mogelijk is, slaat ze haar handen voor haar ogen. Wari weet nog niet veel van de politieke situatie in Nederland. Ze is hier pas in maart 2023 gearriveerd om er in een Indonesisch restaurant te werken. Maar Erminah is er even stil van. Ze heeft de discussies rond (arbeids)migratie in Nederland goed begrepen.
Wari woont tegenwoordig in Haarlem, nadat ze eerst een paar maanden in Arnhem aan het werk was als assistent-kok. “Ik kreeg weinig loon voor heel veel uren werk”, vertelt ze. Het duurde even voordat ze iets beters vond in Haarlem. Wari kende tenslotte niemand toen ze in Nederland aankwam. Ze besloot in 2022 naar Europa te reizen, nadat ze als moeder in haar eentje de verantwoordelijkheid kreeg voor haar drie kinderen. De oudste is negentien, de jongste vijf. Wari werkte haar hele leven bij een pompstation, maar dat inkomen bleek onvoldoende voor haar gezin nadat haar man was vertrokken.
Moderne slavernij
Ze besloot elders te gaan werken en wist dat de uurlonen in Europa hoger liggen dan in Indonesië. Haar kinderen zijn achtergebleven en wonen bij haar zus. Eerst kwam ze aan in Polen, waar ze korte tijd werkte, maar zodanig werd uitgebuit dat ze besloot door te reizen. Moderne slavernij is een lot dat ongedocumenteerde arbeidsmigranten vaker overkomt. Want wat doe je als je in een land woont waar je niet mag verblijven? Aangifte doen bij de politie, of bij de Arbeidsinspectie gaat niet, want je loopt altijd het risico uit het land gezet te worden. Slinkse werkgevers weten dat, die kunnen ongedocumenteerde werknemers helemaal klem zetten.
Wari dacht dat het in Nederland beter zou gaan. Ze vond via Facebook een baan in het restaurant in Arnhem. Maar ook hier werd ze uitgebuit. Lange werkdagen voor weinig loon. Ze zocht verder en vond een Indonesisch restaurant in Haarlem. Hier is ze gelukkig. “Ik denk dat ik hier drie jaar blijf en dan terugkeer naar Indonesië. Daar heb ik een klein stukje land en daar wil ik kruiden en groentes verbouwen om te verkopen. Zo kan ik weer bij mijn kinderen zijn.” Via kennissen in Arnhem hoorde Wari over de Indonesia Migrant Workers Union, een vakbond voor Indonesische arbeidsmigranten in Nederland, die ook gelieerd is aan het MDW-netwerk van de FNV. Zo leerde ze Erminah kennen.
Hartverwarmende solidariteit
Het MDW-netwerk werd in 2008 opgericht op verzoek van een coalitie van huishoudelijke dienstverleners, hun migrantengemeenschappen en steun-verlenende maatschappelijke organisaties. Ze wilden graag aansluiting bij de FNV. Deze huishoudelijk medewerkers (domestic workers) kwamen uit de Filipijnen, Indonesië, en een aantal Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse landen. Ze werken vaak in Nederlandse huishoudens, veelal zonder werk- en verblijfsvergunning. De coalitie zocht erkenning voor huishoudelijk werk en voor de status van MDW’ers als werknemers, met inbegrip van alle rechten en plichten die daarmee samenhangen.
In de afgelopen vijftien jaar bleek dit een goede match: de MDW’ers zijn bij uitstek solidair met andere sectoren in de verdrukking. Staken de schoonmakers op Schiphol of de conducteurs bij de NS, dan demonstreren de MDW’ers mee met zelfgemaakte spandoeken. ‘Ik bewonder hun doorzettingsvermogen en hartverwarmende solidariteit, met elkaar en met anderen”, schrijft FNV-bestuurder Herrie Hoogenboom in de jubileumuitgave Zichtbaar Strijdbaar van de FNV. ‘Ik heb geluisterd naar hun persoonlijke verhalen en ik ben er door geraakt. Ik ken geen sterkere mensen of dapperdere werkers. (…) MDW’ers zijn vechters die levenslang knokken om te overleven in een wereld waar niets ze is komen aanwaaien. Dat doen zij met verve, vaak uit de meest bittere noodzaak. Zij leveren daarbij ook een niet te ontkennen, significante bijdrage aan onze Nederlandse economie en samenleving. Dankzij hen kunnen duizenden professionals uit de (hogere) middenklasse hun tijd richten naar andere maatschappelijke bezigheden dan het huishouden en/of zorgtaken.’
Blonde haren
Erminah woont al sinds 1994 in Nederland. Ze kwam als 23-jarige aan op Schiphol en ging aan het werk als au pair. Zo kon ze haar familie in Indonesië financieel helpen. In haar thuisland had ze weliswaar de taalacademie gevolgd, waar ze Engels leerde, maar die had ze niet afgemaakt. Het koude Nederland maakte indruk. Ze vond het hier heel anders. “Maar ook een mooi land, helemaal plat, dat had ik nog nooit gezien. Allemaal mensen met blonde haren, een witte huidskleur, blauwe ogen… een heel andere cultuur. Ik vond het interessant.” Ze leerde van de kinderen voor wie ze zorgde Nederlands en was vast van plan om na drie jaar terug te keren, want de heimwee naar haar moeder speelde steeds op. Het liep anders. “Ik heb een kamer gehuurd en ben gaan schoonmaken.”
In 2008 trouwde ze met een Indonesische man, eveneens een ongedocumenteerde migrantwerker met wie ze samen een kind kreeg. Nu werkt ze nog maar in één huis per dag. “Meer kan niet, want we hebben een zoon, die na een ongeluk in een rolstoel is beland. Ik moet hem verzorgen. Ja, dat ongeluk was heftig, maar het is een positieve, dappere jongen.”
Belasting betalen
Vier jaar na haar huwelijk werd ze lid van het MDW-netwerk. De aanleiding was niet fraai. “Mijn man werd door de politie opgepakt in Heemstede-Aerdenhout”, vertelt ze nog zichtbaar verontwaardigd. “Hij liep daar samen met mijn broer om te gaan werken in de tuin van een kennis. Een buschauffeur zag hen lopen en belde de politie. Die pakte hen op. Tien dagen hebben ze vastgezeten, daarna mochten ze weer naar huis. We vonden dit zo onrechtvaardig, ze hadden tenslotte niks verkeerds gedaan, dat we besloten allemaal lid te worden van de FNV.”
Via het netwerk kreeg ze de nodige informatie, iets dat ze heel belangrijk vindt. “We wonen in dit land, maar we kennen de weg niet of niet goed. Ik voel me veilig bij deze mensen, we helpen elkaar en weten waar we terecht kunnen als het nodig is.” Haar focus is helder. “We willen respect, we willen belasting betalen en we willen een verblijfsvergunning. Daar moeten we vanuit de FNV voor vechten. Ik woon hier al dertig jaar, het is de hoogste tijd.”
Legale status
In het FNV-boekje Zichtbaar Strijdbaar zijn elf ongedocumenteerde migrantwerkers geportretteerd, waaronder Erminah. Ze hebben uiteenlopende achtergronden en ervaringen, maar wat hen bindt is hetzelfde schuitje: ze hebben geen rechten en zijn daardoor kwetsbaar als werknemer en als inwoner van Nederland. Ze zijn onverzekerd, bouwen geen pensioen op, zijn voor medische hulp aangewezen op hulporganisaties zoals Stem in de Stad, en ze hebben geen bankrekening.
Toch hebben ze allemaal de moed om op te staan en van zich te laten horen. Hun strijdbaarheid werkt aanstekelijk: ook Wari wil lid worden van het MDW-netwerk. “Ik wil meer leren over Nederland en de rechten van migrantwerkers. Ook wil ik de taal beter leren om met migrantwerkers uit andere streken te kunnen praten.”
Erminah is niet bang om zichzelf te tonen, ze staat stevig in haar schoenen. “Die kracht krijg ik van al onze vrienden en de leden van het MDW-netwerk. Samen staan we sterk. We hebben het recht om te strijden voor een betere positie. We hebben niks fout gedaan. Het is belangrijk om te laten zien: dit zijn wij. We doen ons best, we proberen Nederlands te spreken, we maken de huizen van anderen netjes. We willen dat ze tevreden zijn en ons vertrouwen. Ik werk al achttien jaar bij een rijke familie, omdat ze me vertrouwen. Het wordt tijd dat we een legale status krijgen.”